Hayo Haanstra's nieuwe rol in Rome: samenwerking en innovatie tussen Nederland en Italië

Sinds maart van dit jaar is Hayo Haanstra werkzaam als LVVN-raad op de Nederlandse ambassade in Rome. Met een rijke ervaring in internationale onderhandelingen en milieubeleid, richt hij zich op het versterken van de banden tussen Nederland en Italië. Nederland kan veel van Italië leren, aldus Haanstra. Bijvoorbeeld op het gebied van agrotoerisme en biologische landbouw. Andersom kunnen de Italianen een voorbeeld nemen aan de gebiedsgerichte integrale aanpak waar we in Nederland veel ervaring mee hebben.

In gesprek met LVVN-raad Hayo Haanstra
LVVN-raad Hayo Haanstra

Hayo Haanstra is al twintig jaar werkzaam bij het ministerie van Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur (LVVN). In die periode heeft hij zich vooral beziggehouden met klimaatverandering, milieu en biodiversiteit. Multilateraal heeft hij voor Nederland en de Europese Unie de afgelopen acht jaar onderhandelingen gedaan in het kader van de Convention on Biological Diversity (CBD). Ook gaf hij leiding aan de Nederlandse delegatie bij de laatste bijeenkomst van de CBD in 2022 die het Global Biodiversity Framework heeft vastgesteld. 

Verder was Haanstra verantwoordelijk voor de LVVN-inzet in Caribisch Nederland. Met name hield hij zich bezig met de ontwikkeling en uitvoering van het Natuur- en Milieubeleidsplan Caribisch Nederland, dat door de ministeries van Infrastructuur en Waterstaat, Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties en Landbouw, Visserij, Voedselzekerheid en Natuur is vastgesteld. Dat plan biedt een integraal kader dat ingaat op de verantwoordelijkheden, beleidsdoelstellingen en wettelijke verplichtingen die verband houden met het beheer van de natuurlijke omgeving in Caribisch Nederland. Het doel ervan is om de natuur van Caribisch Nederland te behouden en zo bij te dragen aan de economische ontwikkeling van de eilanden. 

‘Nederland en Italië staan voor vergelijkbare uitdagingen op het gebied van agrotoerisme, biologische landbouw en duurzame ontwikkeling’

Goede landing bij LAN team in Rome

Sinds maart van dit jaar is Haanstra werkzaam als LVVN-raad op de Nederlandse ambassade in Rome. Ik heb altijd de wens gehad om in het buitenland te wonen en te werken, vertelt hij. ‘Toen deze vacature langskwam, was dat een prachtige kans natuurlijk. Italië is een land dat enorm tot de verbeelding spreekt, zeker als je van historie en cultuur houdt. Dat geldt ook voor Rome; het is onvoorstelbaar wat je hier allemaal kunt zien. Italië is bovendien een heel divers land. Ik ben onder andere in het noorden geweest. Bijvoorbeeld in Milaan en Bolzano, in Zuid-Tirol.’ 

Op zijn nieuwe werkplek op de ambassade heeft hij een ‘heel goede landing’ gehad. Haanstra: ‘De werksfeer is prima. Met landbouwadviseur Marguerite Sipman en beleidsondersteuner Antonella Candido vormen we een echt LVVN-team hier. Omdat er de afgelopen jaren geen LVVN-raad in Rome was en er in die zin geen sprake was van een overdracht, valt er voor mij veel te ontdekken: hoe ga ik mijn nieuwe werk vormgeven? Gelukkig hebben Marguerite en Antonella bij afwezigheid van een LVVN-raad veel ervaring opgedaan en kunnen ze me daar goed bij helpen.’

LAN team Italië
LAN team Italië, van links naar rechts Antonella Candido (beleidsondersteuner), Marguerite Sipman (landbouwadviseur) en Hayo Haanstra (LVVN-raad)

Breder netwerk in het domein van visserij, voedselzekerheid en natuur

Het LAN team in Rome is voor het ministerie van LVVN een belangrijke bron van informatie. Bijvoorbeeld als het gaat om beleidsontwikkelingen op het gebied van de eiwittransitie, New Genomic Techniques, de Natuurherstelverordening of duurzame gewasbeschermingsmiddelen. Het team is ook een belangrijk aanspreekpunt voor het Nederlandse bedrijfsleven en krijgt steeds vaker vragen over de verwaarding van reststromen uit de agrosector of bijvoorbeeld de algenkweek.

Haanstra werkt hard om zich zo snel mogelijk in zijn nieuwe functie in te werken. Haanstra: ‘Tot nu toe was onze aandacht in Italië vaak gericht op de L van LVVN. We willen daarom de komende tijd extra inspanningen leveren om visserij, voedselzekerheid en natuur daarbij te betrekken. Dat betekent onder andere dat we ons netwerk gaan uitbreiden. Ik zal dus veel op bezoek gaan bij ministeries, maar ook bij ngo’s, natuurorganisaties en de Food and Agriculture Organization (FAO) van de Verenigde Naties. Dat is één van de belangrijke opdrachten die ik voor het komende half jaar heb.’ 

Evenement rondom Sicco Mansholt

Verder is het LAN team bezig een evenement te organiseren rondom de Nederlander Sicco Mansholt. Haanstra: ‘Hij was de eerste landbouwcommissaris van de toenmalige EEG (Europese Economische Gemeenschap) en een van de grondleggers van het huidige Europese landbouwbeleid. Op latere leeftijd las hij onder de olijfboom in de tuin van zijn vakantiehuis in Teulada, Sardinië, het rapport ‘De grenzen aan de groei’ van de Club van Rome. Als gevolg daarvan heeft hij de laatste twee jaar van zijn politieke loopbaan de basis gelegd voor een groen en duurzaam beleid binnen de Europese landbouwpolitiek.’  

De inwoners van Teulada zijn dankbaar dat zij zo'n grote man in hun omgeving hadden, aldus Haanstra. ‘Om die reden willen ze een plaquette van Mansholt in hun dorp. Samen met hen organiseren we de onthulling daarvan, in oktober van dit jaar. Aanvullend willen we een seminar of symposium houden, met als thema: de transitie van de Europese landbouw. Of men zich daarvoor aan kan melden? Nog niet, we zitten echt nog in de organisatiefase.’

Samenwerken met Italië

Samenwerking met Italië kan voordelen opleveren. Bijvoorbeeld als het gaat om hergebruik en verwaarding van reststromen uit de verwerkende voedingsindustrie, die in Italië heel groot is. En als het gaat om agrotechnologie en beschermde teelt. Ook andere thema’s en sectoren zijn interessant: de duurzame en natuurinclusieve landbouw, korte ketens, biogasproductie en biologische landbouw (17,5 procent ten opzichte van het EU-gemiddelde van 9 procent en circa 5 procent in Nederland). 

Agrotoerisme als groeimodel

Ook op het gebied van agrotoerisme kan Nederland een voorbeeld nemen aan Italië. Haanstra: ‘Zoals gezegd was ik onlangs in Bolzano. Daar vond van 16 tot en met 18 mei voor de tweede maal het World Congress on Agritourism (WCAT) plaats. Italië heeft zijn agrotoerisme heel goed georganiseerd. Zowel wat betreft marketing maar ook als het gaat om wet- en regelgeving. In Nederland is agrotoerisme veel minder belangrijk. Wat hebben wij: kamperen bij de boer?’ 

‘Wat je ziet is dat het verdienvermogen van agrarische bedrijven door agrotoerisme groter wordt. Met als gevolg dat boeren hun landbouwactiviteiten kunnen voortzetten. Ook zie je dat jonge mensen geïnteresseerder zijn om in de agrotoeristische sector te werken. En dat er relatief sprake is van meer biologische landbouw dan op andere boerderijen in Italië. Het lijkt erop dat het een het ander mogelijk maakt. Dat is heel leerzaam voor Nederland.’ 

MyPlant & Garden 2024
Hayo Haanstra aan het woord tijdens MyPlant & Garden 2024

Integrale aanpak 

En andersom, wat kunnen Italianen leren van Nederland? Haanstra: ‘In Italië zie je in het bijzonder problemen met de uitvoering. In het kader van het Europese herstel- en veerkrachtplan hebben de Italianen bijvoorbeeld geld gekregen waarmee de economie er weer bovenop moet komen na de coronapandemie. Dat geld ligt te wachten, maar de slag naar de uitvoering kan niet voldoende gemaakt worden. Dat heeft aan de ene kant te maken met technische problemen in de uitvoering, hoe ze die organiseren. Maar het gaat ook over integraliteit: dat je bijvoorbeeld niet alleen met water bezig bent, maar ook met landbouw en natuur.’ 

‘Die integrale manier van werken heb ik hier nog niet zo heel veel gezien. En dat is iets waar wij als Nederland veel ervaring mee hebben. Met name als het gaat over de zogenoemde gebiedsgerichte aanpak. Bij zo’n aanpak gaat het om een integrale visie op het terrein van klimaat, water, landbouw, natuur maar ook om relevante sociaal-economische aspecten afhankelijk van met welk gebied je aan de slag gaat. Maar bijvoorbeeld economische activiteit speelt een rol: welke bedrijvigheid is geschikt in welke streek? Dus het kan ook aanknopingspunten bieden voor het Nederlandse bedrijfsleven.’

Kansen voor Nederland

Hij gaat verder: ‘Denk bijvoorbeeld aan het gebruik van kassen of hydroponics in gebieden waar veel droogte is. We zijn nu in de afrondingsfase van een onderzoek daarnaar, om te kijken welke gebieden in Italië interessant zijn voor kassenbouw en dus kansen biedt voor de toeleverende industrie voor kassen. Vervolgens willen we kijken of we een missie naar Italië kunnen organiseren en met dat type bedrijven de regio in te gaan. Voor meer informatie over de missie en andere ontwikkelingen, kan men terecht op de landpagina Italië.’

Contact