Indonesië: hete pepers zonder schimmels
Peper is een van de meest geteelde gewassen in Indonesië: op Sumatra, West-Java en Sulawesi zijn er talloze kleine kwekerijen. De teelt vindt buiten plaats. Door het regenachtige klimaat gebeurt het regelmatig dat schimmelziektes volledige teelten verwoesten. De Business Unit Glastuinbouw en Bloembollen van Wageningen University & Research wil Indonesische telers helpen met de omschakeling naar een beschermde teelt.
Indonesië heeft een vochtig klimaat waardoor de pepers regelmatig door schimmels worden aangetast. Daardoor zijn er periodes dat tot 90 procent van de oogst van pepers verloren gaat. Door de schimmelaantasting zijn de pepers niet meer verkoopbaar. Dat betekent een enorme economische schade voor zowel het land als voor de getroffen kwekers. De enige oplossing tot op heden is de inzet van chemische bestrijding, maar omdat pepers een voedingsproduct zijn, is dat geen goede optie.
WUR helpt
Daarom is WUR gevraagd de Indonesische kwekers te helpen. Dat gebeurt de komende jaren op een aantal manieren. Zo komt er een demonstratiecentrum voor bedekte teelten; alsmede een serie workshops. Zo kunnen lokale kwekers zien en leren hoe ze hun gewas kunnen telen in bijvoorbeeld een tunnelkas. De kennis daarvoor heeft WUR al in huis; zo wordt al jaren onderzoek gedaan naar het telen van tropische gewassen, zoals de peper. In de tunnelkassen zal beperkte automatisering worden toegepast.
Nieuwe kennis
Het mes snijdt aan meer dan twee kanten. De kwekers leren ziektes te bestrijden in peper maar die kennis kan ook gebruikt worden in andere teelten zoals in de sierteelt, een andere economische pijler in Indonesië. Daarnaast kan die kennis wellicht ook worden ingezet in andere delen van de wereld. In bijvoorbeeld China en Latijns-Amerika vindt de teelt van pepers ook in de buitenlucht plaats, en ook daar zijn schimmels een probleem.
Inmiddels hebben enkele Nederlandse en Indonesische bedrijven interesse getoond te participeren in het project. Andere bedrijven die interesse hebben in deelname aan het project kunnen zich melden bij Yaite Cuesta.
Bron: Wageningen UR