Vergeten gierst, het nieuwe klimaatvriendelijke superfood?
Trots laten de inwoners van Ara Salpad hun onlangs ingezaaide veldjes met vingergierst (Eleusine coracana, Eng. finger millet) zien. De plantjes zijn nog geen 10 cm maar ze verwachten een goede oogst. We zijn op bezoek in een bergdorp in Uttarakhand, waar het Uttarakhand Decentralized Watershed Development Project, gefinancierd door de Wereldbank, zich onder meer richt op de productie van vingergierstzaad.
Gierst is een groep van verschillende grassoorten met kleine zaadjes, die over de hele wereld worden verbouwd als graangewassen voor menselijke voeding en als veevoeder. De in Nederland goed verkrijgbare gierstsoort is (pluim)gierst (Panicum miliaceum, Eng. proso millet), maar dit blog gaat juist over andere soorten: vingergierst, sorghumgierst (Sorghum bicolor), parelgierst (Pennisetum glaucum, Eng. pearl millet) Japanse gierst (Echinochloa esculenta, Eng. barnyard millet), kodogierst (Paspalum scrobiculatum, Eng. kodo millet) en trosgierst (Setaria italica, Eng. foxtail millet).
In enkele van de oudste Indiase Yajurveda-teksten schijnen tros-, vinger- en Japanse gierst al genoemd te worden, wat aangeeft dat gierst al in de prehistorie werd gegeten. Tot de Groene Revolutie in de jaren 60 vormde gierst ongeveer 40 procent van alle gekweekte granen in India. 60 jaar geleden was gierst nog basisvoedsel in India en een integraal onderdeel van Indiase keuken. Nu zijn rijst en tarwe de hoofdmoot en is gierst slechts sporadisch in een Indiaas restaurant te vinden. Maar de productie van rijst is sinds de Groene Revolutie verdubbeld, die van tarwe verdrievoudigd en het aandeel van gierst gedaald tot 20%. Vooral moderne stedelijke consumenten stapten over op rijst en tarwe vanwege bereidingsgemak en gierst werd steeds meer afgedaan als armeluisvoedsel.
Gezond en klimaatbestendig
Maar tijden veranderen. Sinds enige tijd neemt de aandacht voor de hierboven genoemde gierstsoorten weer toe. Gierstsoorten zijn veelzijdig, het graan kan niet alleen door de mens gegeten worden, maar de stelen kunnen worden gebruikt als veevoeder en biobrandstof.
Gierst is glutenvrij, bevat veel eiwitten en antioxidanten en heeft een lage glycemische index, die kan helpen diabetes te voorkomen of te beheersen. Zo heeft parelgierst een hoog ijzergehalte - een van de meest voorkomende tekorten aan micronutriënten wereldwijd - en heeft tweemaal zoveel eiwit als melk. Vingergierst bevat drie keer zoveel calcium als melk. Kodo millet bevat driemaal de voedingsvezel van tarwe en maïs en tien keer die van rijst. Sorghum is rijk aan vitaminen, mineralen, eiwitten en vezels en ook glutenvrij. Deze graankorrel kan het risico op bepaalde kankers helpen verminderen, evenals helpen bij diabetescontrole en -preventie.
Bovendien zullen in het komende decennium andere belangrijke gewassen zoals maïs hun rendement zien verminderen of zelfs tegen een opbrengstplafond aanlopen. ICRISAT (International Crop Research Institute for the Semi-Arid Tropics) meldt dat sommige gierst- en sorghumvariëteiten hun opbrengst tot driemaal hun huidige potentieel kunnen verhogen. Gierst en sorghum kunnen daarom betrouwbaardere gewassen voor boeren zijn, ondanks droge en warme omstandigheden. Niet alleen kunnen gierstsoorten groeien in ongeveer de helft van de tijd van tarwe, met weinig of geen meststoffen en pesticiden, maar ze tolereren hogere temperaturen (parelgierst tot 42°C, mais 40°C, rijst 32°C and tarwe 30°C. Bovendien hebben ze 30 procent minder water nodig dan maïs en 70 procent minder water dan rijst (gegevens ICRISAT). En dat is belangrijk voor India en Afrika, aangezien de wereldwijde klimaatverandering in deze streken waterschaarste en langere perioden van droogte in de toekomst sterk zullen doen toenemen. Nu al kampen diverse regio’s in India met (moesson)regen- en oppervlaktewatertekorten en angstaanjagend snel dalende grondwaterpeilen. De Indiase landbouw, grootverbruiker van water, is verantwoordelijk voor zo’n driekwart van het landelijke waterverbruik. Rijst, tarwe en suikerriet vormen ongeveer 90% van de Indiase gewasproductie en juist de teelt van deze gewassen gebruikt het meeste water. Daarom kunnen gierst en sorghum waardevolle, voedzame en sterke alternatieven zijn om duurzame voedselzekerheid te bieden aan mensen die in steeds meer droge klimaten leven.
Uitdagingen
ICRISAT richt zich daarom binnen het Smart Food Initiative op zaadveredeling van gierstsoorten en ontwikkelt innovatieve methoden om deze granen weer aantrekkelijk te maken in de semi-aride gebieden van Afrika en India. Vooralsnog richt men zich op de lokale bevolking in Afrika en India, waar ondervoeding, eenzijdige voeding, obesitas en bloedarmoede veel voorkomen. Maar deze gierstsoorten hebben ook de potentie om superfood te worden in andere delen van de wereld.
Er moeten echter nog wel flinke stappen gezet worden voor het zover is. Zo is de beschikbaarheid van gecertificeerd zaad beperkt, een gevolg van de verdwenen aandacht voor gierst in de laatste decennia. De deelstaat Karnataka heeft in India een voortrekkersrol om gierst weer onder de aandacht te brengen, en levert het meeste zaad aan boeren in India. Maar ook andere deelstaten zijn zich bewust geworden van de noodzaak om voldoende lokaal geproduceerd gecertificeerd zaad te kunnen leveren. Vandaar dat ook de Uttarakhandse boeren gecertificeerd vingergierstzaad produceren. Bovendien levert gierstzaad de boeren een hoger inkomen op dan consumptiegierst. Daarnaast zullen consumenten, boeren, de voedselverwerkende industrie en regeringsleiders meer bewust moeten worden van de voordelen en het gebruik van deze gierstsoorten. Want zonder vraag is er geen markt. Daarom raad ik u aan, als u de volgende keer in een Indiaas restaurant dineert, eens ragi (vingergierst, spreek uit radjie) of bajra (parelgierst, spreek uit badzjra) chapati te bestellen in plaats van de gewone gaihoon (tarwe, spreek uit ghehoen) chapati. Waarschijnlijk staat het nog niet op de menukaart maar bij voldoende vraag verschijnt het er vanzelf op.
Fokke Fennema, april 2019