‘India biedt kansen, maar vraagt ook veel geduld’
Landbouwraden zijn wereldwijd op de economische afdelingen van vijftig Nederlandse ambassades werkzaam en bedienen meer dan zeventig landen. Maak kennis met Siebe Schuur, landbouwraad in India. Hij is vanuit de Nederlandse ambassade in New Delhi ook actief voor het Nederlandse agrobedrijfsleven in Sri Lanka.
Econoom Siebe Schuur werkt sinds september 2018 als landbouwraad voor de Nederlandse agrofoodsector in India en Sri Lanka. Daarvoor was hij vier jaar hoofd van de Economische Afdeling op de Nederlandse ambassade in Jakarta (Indonesië). Ook heeft Schuur als economisch diplomaat gewerkt in China, België en Taiwan. Hij begon zijn loopbaan op het ministerie van Economische Zaken in Den Haag.
Zijn belangrijkste drijfveer: “Het verbeteren van de positie van het Nederlands bedrijfsleven.” Dat deed hij in Indonesië, in China en vanaf de zomer van 2018 in India en Sri Lanka. “Als landbouwraad houd ik me komende periode bezig met de agrofoodsector. Het gebeurt niet vaak dat een relatieve buitenstaander zoals ik – ik ben van origine niet een echte landbouwman – voor deze functie wordt gevraagd. Landbouwraad, ik kan me geen mooiere baan in de diplomatie bedenken dan deze.”
Inspelen op behoeften
India biedt enorme mogelijkheden voor de Nederlandse land- en tuinbouw, zegt hij. Het land is afgelopen jaren overigens al ontdekt door bedrijven en kennisinstellingen. Ook zijn er inmiddels intensieve contacten tussen de overheden van India en Nederland en tussen universiteiten.
Volgens Schuur is de grote uitdaging om materialen, technologieën en kennis te leveren waar India echt behoefte aan heeft: “Agrarisch Nederland loopt mondiaal voorop. De valkuil is dat we te grote stappen willen zetten. Mijn advies is om vooral te luisteren naar de behoeften van dit land.”
Wat zijn de grootste uitdagingen voor de landbouw in India?
“In een aantal sectoren loopt India qua omvang van de productie voorop in de wereld. Bijvoorbeeld in de zuivel en fruitteelt. De productie per hectare en per koe is echter laag. Ook zijn de ketens niet goed georganiseerd. Daardoor gaat veel voedsel verloren. Op het gebied van logistiek en verwerking zijn grote stappen te zetten. Dat biedt kansen voor Nederlandse bedrijven.
Een andere grote uitdaging is om jongeren te binden aan de agrarische sector. Het moet weer aantrekkelijk worden om boer te worden. Dat vraagt bijvoorbeeld om verbetering van de agrarische opleidingen.”
Kunnen Nederlandse kennisinstellingen daarbij helpen?
“Zeker, en dat gebeurt ook. Afgelopen jaren is een aantal zogeheten Centers of Excellence opgericht. Agrarische HBO-opleidingen uit Nederland zijn daar nauw bij betrokken. Op deze centra worden Indiase landbouwvoorlichters getraind die vervolgens hun kennis inzetten om de productiviteit in de landbouw te verbeteren. De bedoeling is om de komende jaren meer van deze centers op te richten.
Nederlandse kennisinstellingen ondersteunen ook de certificering van agrarische opleidingen. Verhoging van het kennisniveau in de Indiase landbouw leidt op termijn tot productieverhoging, een efficiëntere voedselketen en meer export.”
Welke sectoren zijn vooral interessant voor Nederlandse bedrijven?
“In feite alle sectoren, ik noem er drie. De klimaatverandering heeft grote gevolgen voor de landbouw in dit land. In het noorden is sprake van verdroging, in de kustgebieden van verzilting. Dit biedt kansen voor producenten van droogteresistente rassen en van rassen die bestand zijn tegen verzilting.
Bij de ontwikkeling van de zuivelketen kunnen Nederlandse bedrijven ook een belangrijke rol spelen, bijvoorbeeld door levering van dierlijk uitgangsmateriaal en verwerkingstechnologie.
De aquacultuur biedt eveneens kansen. Vis staat bij veel Indiërs op het menu en wordt ook geëxporteerd. Bij de productie wordt veel antibiotica gebruikt. Dat levert soms problemen op bij de export. Nederland loopt in de wereld voorop als het gaat om vermindering van het antibioticagebruik. De kennis die daarvoor nodig is, kan India goed gebruiken.”
Wat zijn de uitdagingen op het gebied van markttoegang?
“Verbeteren van markttoegang is voor elke landbouwraad een belangrijk onderdeel van zijn takenpakket, dus ook voor mij. Afgelopen jaren zijn enkele successen geboekt; de grens voor Nederlands fruit is bijvoorbeeld geopend. Op dit moment speelt een kwestie rond de levering van jonge appelboompjes door Nederlandse telers. De grens is open, maar de Indiase quarantaineregels zijn zo streng dat export in feite onmogelijk is.
Een ander dossier heeft betrekking op de verpakking van bloemen. De eisen van India sluiten niet aan bij de praktijk van de Nederlandse exporteurs. Aan mij de taak om vriendelijk en geduldig op de juiste deuren te kloppen om hierover overeenstemming te krijgen.”
September 2018
Contactgegevens
LNV afdeling Nederlandse Ambassade
Email: nde-lnv@minbuza.nl
Tel: +91 112 419 7605
Email: siebe.schuur@minbuza.nl
Mobiel: + 91 8929 771623