Ghana focust op meer lokale eiwitproductie

In Europa ligt de gemiddelde eiwitconsumptie op 63 gram per persoon per dag. In Afrika is dat maar 11 gram. Vanuit dat perspectief gaat de eiwittransitie in Afrika dan ook niet zozeer over het omlaag brengen van dierlijke consumptie, maar veel meer om verduurzaming en regionalisering van lokale consumptie. In Ghana en Ivoorkust investeert diervoederproducent Koudijs/De Heus daarom in lokale productie op basis van zoveel mogelijk lokale grondstoffen.

Ghana importeert op dit moment circa 90% van het pluimveevlees. Belangrijke oorzaak daarvan is de hoge prijs van diervoer (60 tot 70% van de productiekosten), die op haar beurt ook sterk van import afhankelijk is. Het is daarom interessant om te kijken hoe die sector kan worden versterkt.

Vanaf begin 2000 is De Heus (ook opererend onder de naam Koudijs) actief met de export van diervoer naar West-Afrika. Sinds ruim een jaar produceert het bedrijf diervoer voor met name de pluimvee- en tilapiasector in Ghana. Daarnaast is een nieuwe fabriek in Ivoorkust in aanbouw, die medio 2022 in gebruik wordt genomen.

Sinds ruim een jaar produceert Koudijs diervoer voor met name de pluimvee- en tilapiasector in Ghana.
Sinds ruim een jaar produceert Koudijs diervoer voor met name de pluimvee- en tilapiasector in Ghana.

Lokale eiwitproductie en reststromen

Een nieuwe thuisbasis voor een Nederlands bedrijf in een Afrikaans land leidt tot nieuwe vraagstukken. Het zekerstellen van grondstoffen voor het produceren van een kwalitatief hoogwaardig diervoer is hiervan wellicht de meest complexe. Zonder goede eiwitten, zowel plantaardig als dierlijk, is het niet mogelijk om goed diervoer te produceren. De Heus neemt hierin een duidelijke rol en focust zich meer en meer op lokale eiwitproductie en het gebruik van lokale reststromen. De Heus is daarom in Afrika gestart met het opzetten van proefprojecten om op de lange termijn zelfvoorzienend te worden in eiwit- en zetmeelbronnen. Die bronnen zijn samen goed voor meer dan 80% van de benodigde grondstoffen voor de productie van diervoer.

Voer voor pluimvee
Voer voor pluimvee

Duidelijke doelen

Het creëren van een nieuwe thuisbasis in Afrika komt met duidelijke doelen. Startpunt hierbij is de groeiprognose in een land, die bepalend is om wel of niet lokale productie te beginnen. Opstarten van lokale productie is per definitie iets voor de lange termijn, dus wil De Heus onderdeel worden van de lokale cultuur. Dit gebeurt door zoveel mogelijk lokale werkgelegenheid te stimuleren en in West-Afrika kwam hier een nieuw doel bij. Binnen drie jaar moeten 50% van alle ingrediënten van lokale komaf zijn. Dat is een grote uitdaging in een gefragmenteerde grondstoffenmarkt, die ook nog eens deels gereguleerd wordt door overheden. Maar daarnaast ook een grote stap in zekerheid, zelfvoorzienend worden, MVO en duurzaamheid.

Lokale partners zoeken

Om de lokale cultuur sneller en zo goed mogelijk te omarmen, wil De Heus het liefst samenwerken met lokale partners. Partners die ook een belangrijke rol kunnen spelen om de benodigde grondstoffen zoveel mogelijk lokaal te verkrijgen. Projecten moeten lokaal breed gedragen worden, een langetermijnperspectief hebben en financieel gezond zijn.

In zowel Ghana als Ivoorkust zijn lokaal gesprekken met partners in gang gezet en zijn de eerste proefprojecten inmiddels opgestart. De landbouwraad voor West-Afrika vanuit de Nederlandse ambassade in Accra faciliteert dit proces. De Heus meent ook dat financiële steun vanuit overheden belangrijk is tijdens de opstartfase van dit soort projecten. Een hoop tijd en geld zijn nodig in de aanloop-, pilot- en uitrolfase van projecten. Dit soort kosten zouden breed gedragen moeten worden.

Lees verder onder afbeelding

Voer voor teelt van tilapia
Voer voor teelt van tilapia

Lokaal aanbod nog onvoldoende

In oktober 2021 (in het regenhoofdseizoen) waren de eerste vooruitzichten voor de lokale oogsten in West-Afrika niet gunstig. Het regenpatroon verandert, waardoor zaai- en oogsttijden niet meer zo voorspelbaar zijn als voorheen. Waar De Heus in Ghana in 2021 ruim boven het doel van 50% lokale grondstoffeninkoop zit, lijkt 2022 een moeilijk jaar te worden. De vraag naar kwaliteitsgrondstoffen neemt toe en het lokale aanbod lijkt hierin de komende jaren niet voldoende te zijn. Daardoor blijft import uit andere delen van de wereld onvermijdbaar.

Gelukkig zijn er dit jaar al twee proefprojecten opgestart, in eerste instantie om meer lokale maisproductie te genereren. Lokale soja (eiwitproductie) is daarbij een rotatiegewas en daarmee nu nog bijvangst. Maar met lokale sojapletterij, wat momenteel wordt onderzocht, kan soja snel uitgroeien tot een gelijkwaardige component. Het mooie aan soja is dat de verschillende reststromen van dit gewas ook weer in het diervoer gebruikt kunnen worden.

Voer voor teelt van tilapia
Voer voor teelt van tilapia

Reststromen verwaarden

Bouwen aan duurzamere diervoeding gebeurt op meerdere manieren. Daar waar de reststromen van soja ook gebruikt kunnen worden in het diervoer, geldt hetzelfde voor andere reststromen van de humane industrie. Reststromen van tarwe, mais, rijst, cassave en in mindere mate palm en cacao, vinden volop de weg voor gebruik in diervoer. De Heus geeft producenten van deze reststromen kwaliteitsrichtlijnen mee en denkt waar nodig mee over verpakken en verdere organisatie rondom deze reststromen.

In haar lange geschiedenis heeft De Heus de vaardigheid ontwikkeld om reststromen te gebruiken als waardevolle voedingsstoffen voor de productie van diervoeders. Het is voor lokale producenten in Afrika niet altijd duidelijk dat een reststroom toch enige waarde kan bevatten. Dat bewustwordingsproces is daarom ook heel belangrijk. Naast plantaardige reststromen zijn ook dierlijke reststromen, zoals vismeel en beendermeel, mooie ingrediënten voor de productie van visvoer. Met de juiste kwaliteitschecks kunnen deze hoogwaardige producten veilig in het diervoer worden verwerkt en krijgen ze een tweede leven met een hoog circulair karakter.

Constante verbeteringen

Winst wordt niet alleen behaald door lokale en duurzame productie van grondstoffen of het verwaarden van reststromen. Meer kennis van de dieren zorgt ook voor constante verbeteringen in voerefficiëntie, diergezondheid en dierenwelzijn. Dus: zo weinig mogelijk verspilling en daarmee de laagst mogelijke belasting voor het milieu en de omgeving.

Veel van deze kennis wordt binnen De Heus opgedaan in de eigen R&D-faciliteiten, verdeeld over de hele wereld. Dit zorgt voor een betere benutting van eiwitten en andere grondstoffen. Maar ook insectenmeel, nieuwe bijproducten uit de humane industrie (denk hierbij aan afgekeurde cashewnoten, cacao restproducten en shea restproducten) worden momenteel onderzocht als ingrediënt voor diervoer. De Heus omschrijft responsible feedingals onderdeel van hun familiecultuur. Lees meer hierover in het De Heus Feed Magazine.

Hugo Visscher (directeur Koudijs Ghana)
Landbouwteam West-Afrika
Mail: ACC-LNV@minbuza.nl
Twitter: @Agri_WestAfrica

November 2021

Deze bijdrage maakt deel uit van de Agrospecial Eiwittransitie wereldwijd. Via onderstaande link kunt u alle overige bijdragen lezen over dit thema.