Frankrijk: Olympische medailles winnen op een plantaardig dieet, kan dat?

Op 13 februari organiseerde de Nederlandse ambassade in Parijs, in het kader van de Olympische Spelen die in 2024 in Parijs plaatsvinden, een debat over plantaardige voeding en topsport. Centrale vraag hierbij was: kan je Olympische medailles winnen op een plantaardig dieet? De consensus was dat dit in principe mogelijk is, mits sporters zeer nauw worden gemonitord, er een optimaal gepersonaliseerd dieet wordt samengesteld, en als laatste: als er persoonlijke motivatie is.

In de zomer van 2024 vinden de Olympische Spelen plaats in Parijs. Met het oog op de Olympische Spelen van 2024 zal Parijs niet alleen een podium zijn voor topsportprestaties, maar ook voor duurzaamheid. Deze Olympische Spelen hebben de ambitie om de meest duurzame ooit te worden. Plantaardige voeding, lokaal voedsel en reductie van voedselverspilling spelen hierbij een belangrijke rol. Zo streeft de organisatie van de Olympische Spelen er naar dat zowel sporters, begeleiders, vrijwilligers als ook het publiek tijdens de Spelen een groter aandeel plantaardig voedsel zullen eten.  

Visie Olympische Spelen

In de ‘Food Vision’ van de Paris 2024 organisatie staat als ambitie om meer plantaardige ingrediënten toe te voegen aan gerechten om hiermee de CO2 afdruk te verminderen. Concrete doelen beschreven in deze Food Vision zijn; tenminste 60% van de maaltijden die worden aangeboden aan toeschouwers zijn vegetarisch, tenminste 50% van de maaltijden voor vrijwilligers en medewerkers zijn vegetarisch (of 50% van de dierlijke eiwitten zijn vervangen door plantaardige eiwitten), en de beschikbaarheid van vegetarisch voedsel in het olympisch dorp en op wedstrijdlocaties wordt onder de aandacht gebracht bij atleten.

In de context van deze ambities organiseerde de ambassade op 13 februari een debat op de Residentie over het snijvlak tussen plantaardige voeding en topsportprestaties. De centrale vraag: kun je Olympische medailles winnen met een plantaardig dieet?

V.l.n.r.: ambassadeur Jan Versteeg, Irène Margaritis, Marco Mensink, Jim Heijman, Xavier Bigard

Verschillende invalshoeken

Vier sprekers lichtten dit vraagstuk vanuit verschillende invalshoeken toe.

  • Marco Mensink, assistent professor Voeding en Sport aan de Wageningen Universiteit, actief in onderzoek en innovatie in het domein van plantaardige voeding en sport
  • Jim Heijman, oud professioneel atleet (judo) die een vegetarisch dieet heeft gevolgd gedurende zijn topsportcarrière en onderzoek heeft gedaan naar de ‘vegetarische transitie’ op Papendal (het grootste olympisch trainingscentrum van Nederland)
  • Xavier Bigard, medisch directeur van de internationale wielrenunie, sportarts en onderzoeker in bewegingsfysiologie, spierbiologie en sportvoeding.
  • Irène Margaritis, hoogleraar Exercise Physiology en assistent directeur Food safety & nutrition, animal & plant health bij het Franse overheidsagentschap Food, Environmental and Occupational Health & Safety (ANSES)

Aandachtspunten plantaardig dieet

Marco Mensink sprak over de 'sports nutrition pyramid’, waarbij een goed uitgebalanceerd voedingspatroon de basis vormt. Daarnaast is een goed getimede inname van eiwitten belangrijk voor sporters om training en prestaties te optimaliseren.

Alle sprekers waren het eens over drie vraagstukken die een switch naar een plantaardig dieet wellicht kunnen oproepen, namelijk:

  1. Energie-inname: plantaardig voedsel is over het algemeen minder energierijk, waardoor je onvoldoende calorieën binnen zou kunnen krijgen. Dit kan leiden tot verlies van gewicht en spieren, ten nadele van de sportprestaties; in de praktijk zou dit geen probleem moeten zijn aangezien er genoeg plantaardige voedsel beschikbaar is dat rijk aan energie is.
  2. Tekort aan bepaalde micronutriënten zoals vitamine B12 en ijzer; dit is in de praktijk zeker een gevoelig punt, waarbij suppletie in veel gevallen aan de orde kan zijn.
  3. Kwantiteit en kwaliteit van eiwitten: plantaardig voedsel bevat over het algemeen minder eiwitten (kwantiteit), en een minder gevarieerde compositie aan essentiële aminozuren in eiwitten (kwaliteit). Dit kan leiden tot een lagere capaciteit om spierweefsel op te bouwen. Toch is dit in de praktijk grotendeels op te vangen door een uitgebalanceerd dieet met plantaardige eiwitten.

Geoptimaliseerd dieet en monitoring

Xavier Bigard, medisch directeur van de internationale wielerunie: “Topatleten kunnen zonder problemen vegetarisch eten en topprestaties leveren. Dit is een ander verhaal bij een vegan voedingspatroon. Vegan topatleten moeten nauw gemonitord worden door diëtisten en voedingsdeskundigen. Dit is essentieel om de drie risico’s te voorkomen.”. Xavier en Marco brachten hierbij nog een contrast aan tussen de verschillende soorten sporters. Voor fietsers is een hele hoge energie- en koolhydraat-inname van belang, terwijl krachtsporten juist vragen om hoge eiwitinname voor optimale prestaties. Ook hier is een persoonlijk, op maat gemaakt dieet belangrijk.

Irène Margaritis, hoogleraar Exercise Physiology en assistent directeur Food safety & nutrition, animal & plant health bij het Franse overheidsagentschap Food, Environmental and Occupational Health & Safety (ANSES)

Wetenschap

Irène Margaritis, hoogleraar Exercise Physiology en assistent directeur Food safety & nutrition, animal & plant health, benadrukt het belang van onderzoek naar plantaardige voeding en atleten.

Irène Margaritis: “Je moet rekening houden met een aantal dingen, zoals de bioavailability van eiwitten (de mate waarin eiwit van een specifiek product door het lichaam wordt opgenomen) en de behoeften, ‘needs’ van atleten. Vooral dat laatste is belangrijk; nadat de behoeften van een atleet zijn bepaald, kan je het dieet daarop gaan inrichten en optimaliseren met plantaardige producten.”

Bij het inrichten van het persoonlijke dieet speelt de mate van voorkeur op basis van smaak en geur van producten een grote rol. In onderzoek worden deze factoren ook meegenomen.  

In het kader van plantaardige voeding in atleten voert het Franse overheidsagentschap Food, Environmental and Occupational Health & Safety (ANSES) twee onderzoeken uit, waarvan de resultaten in 2025 worden uitgebracht. Allereerst worden de nutritionele behoeften van atleten opnieuw (vorig onderzoek dateert uit 2003) onderzocht en gedefinieerd door middel van berekeningen. Ten tweede wordt er onderzoek gedaan naar de voedingsrichtlijnen voor atleten, en hoe deze kunnen worden aangepast naar een plantaardiger dieet. In deze onderzoeken worden verschillende factoren meegenomen, zoals de voorkeuren van atleten en de bioavailability van eiwitten. Daarnaast wordt er onderscheid gemaakt tussen verschillende typen atleten, zoals krachtsporters en duursporters. Dit allemaal om te komen tot een geoptimaliseerd plantaardig dieet, die voldoet aan de nutritionele behoeften van atleten. Zonder risico’s voor de gezondheid en zonder afname in prestaties.

Jim Heijman, ex topjudoka

Motivatie, tijd en kennis

Jim Heijman, ex topatleet, benoemt ook de rol van motivatie bij het maken van plantaardige keuzes. “Topsporters moeten hoge motivatie hebben om in een gecontroleerde setting, zoals een Olympisch trainingscentrum waarbij diëtisten en chefs je voeding samenstellen, plantaardige keuzes te maken. Je moet er zelf om vragen.” Daarnaast, beamen Jim en Marco, moet een topatleet een tijdsinvestering doen om erachter te komen hoe ze, op een goede manier, plantaardig kunnen eten. Kennis over voedselproducten, kwaliteit van eiwitten en essentiële aminozuren is noodzakelijk om te zorgen dat ze zo optimaal mogelijk blijven eten en topprestaties te kunnen leveren.

Kloof tussen wetenschappers en atleten

Het blijft lastig voor wetenschappers om duidelijke, op onderzoek gebaseerde voedingsaanbevelingen aan atleten mee te geven. Er is meer data en kennis over atleten en hun voedingspatroon nodig, en wetenschappers kunnen deze maar lastig verkrijgen. Het is moeilijk voor atleten om naast hun topsport ook geïncludeerd te worden in wetenschappelijke studies. Er wordt soms observatief onderzoek in atleten uitgevoerd, maar hier kunnen geen wetenschappelijke conclusies uit getrokken worden. Hiervoor zijn interventiestudies nodig, welke erg arbeidsintensief en strikt zijn, waardoor atleten nooit participeren.

Dit gebrek aan een ‘houvast’ aan wetenschappelijke voedingsaanbevelingen maakt dat atleten vaak hun eigen proefkonijn moeten zijn wat betreft experimenteren met verschillende voedselproducten of voedselpatronen. De keerzijde, zoals genoemd, is dat dit vraagt om een grote tijdsinvestering.

Conclusie

Een belangrijke conclusie van het debat is dat topsportprestaties wel degelijk mogelijk zijn met een plantaardig dieet, maar dat een topatleet wel aanzienlijk moeite moet doen om een optimaal plantaardig dieet te creëren. Enerzijds omdat er een persoonlijke drive achter moet zitten; je moet gemotiveerd zijn en tijd investeren om kennis over het optimale dieet, en de effecten op je lichaam, op te bouwen. Anderzijds doordat een atleet een gepersonaliseerd dieet nodig heeft in combinatie met monitoring, om risico’s geassocieerd met plantaardige diëten te voorkomen.

U kunt de opname van het debat hier terugkijken op VIMEO.