’Frankrijk is belangrijk voor Nederland’
Het ministerie van EZ heeft 48 afdelingen op Nederlandse ambassades waar landbouwraden en -attaché(e)s actief zijn. Maak kennis met de landbouwraad in Frankrijk Cindy Heijdra.
Sinds de zomer van 2016 is Cindy Heijdra landbouwraad in Frankrijk met als vestiging Parijs. Eerder was zij vier jaar landbouwraad in Tokio. Zij volgde in Frankrijk landbouwraad Nico van Opstal op die nu actief is als landbouwraad in Brussel.
Is Frankrijk een uitdagend land om actief te zijn als landbouwraad?
“Frankrijk scharen we onder de nabije landen die belangrijk zijn voor de export van Nederland. Frankrijk is na Duitsland en België ons derde of vierde exportland, die positie wisselt wel eens met het Verenigd Koninkrijk. Het is een groot exportland voor onder meer onze bloemen, groente en fruit. Veel Nederlandse exporteurs vinden prima hun weg. Tegelijkertijd is het ook een lastige markt. Natuurlijk speelt de taal daarbij een rol. Om goed zaken te doen, moet je de taal gewoon spreken. Ook de cultuur van zakendoen is anders. Daarbij wordt de neiging in Frankrijk sterker om lokale producten te kopen. ‘Manger Français’ hoor je in toenemende mate en dat kan een bedreiging zijn voor het Nederlandse product. Frankrijk is ook belangrijk voor Nederland binnen het Europese landbouwbeleid. Nederland is een klein land in de Europese Unie en voor sommige dossiers is het belangrijk om steun te zoeken bij andere landen. Nederland heeft succesvol samen met Frankrijk opgetrokken in de discussie over het kwekersrecht en het octrooirecht bij planten.”
Wat is uw persoonlijke drijfveer als landbouwraad?
“Ik heb een grote passie voor de landbouw. Het is een schitterende sector en ik bewonder de pioniersgeest van veel ondernemers. Daarnaast kent de landbouw een enorme dynamiek, gekoppeld aan de verantwoordelijkheid voor de zorg voor ons dagelijks voedsel. Ik draag graag een steentje bij aan de ontwikkeling van de sector. Als landbouwraad in Frankrijk wil ik vooral zorgen voor verbinding tussen overheden, bedrijfsleven en onderzoek. Mijn taak daarbij is tweeledig. Aan de ene kant het contact onderhouden tussen de Nederlandse en Franse landbouwoverheid, en dan gaat het vooral om het Europese landbouwbeleid. Aan de andere kant wil ik exporteurs ondersteunen in hun activiteiten in Frankrijk.”
Waarom speelt de landbouw zo’n belangrijke rol in Frankrijk?
“Frankrijk is een enorme landbouwproducent qua volume en qua waarde. Dus het economische belang van de landbouw is groot. Daarnaast kent het land een sterke eetcultuur en houdt men erg van streekproducten. Het platteland speelt een belangrijke rol. Het is onderdeel van de Franse identiteit en onlosmakelijk verbonden met de boeren die er wonen en werken. Het land kent een grote diversiteit in gebieden. Noordwest-Frankrijk is heel anders dan Zuidoost-Frankrijk. De landbouw is altijd gesprek van de dag. Frankrijk heeft nog altijd een ministerie van landbouw. Het is ondenkbaar dat dit zou verdwijnen of samengaan met een ander ministerie. Landbouw is in Frankrijk ook erg ‘politiek’. Het is altijd crisis en de boeren gaan snel de barricaden op. Wat ik ook zie, is dat de afstand tussen het Franse landbouwbedrijfsleven en de autoriteiten groter is. In Nederland zijn we als overheid meer in overleg met het landbouwbedrijfsleven. Bij een bedrijfsbezoek in Bretagne met een Nederlandse delegatie en Franse ambtenaren ontstond een enorm felle discussie tussen de boer en de ambtenaren. Dat is in Nederland toch anders.”
'Landbouw is in Frankrijk ook erg ‘politiek’
Voor welke sectoren liggen er vooral kansen?
“De afzet van biologische producten maakt in Frankrijk een snelle groei door. Die groei bedroeg in 2016 20%. Frankrijk is niet zelfvoorzienend voor biologische landbouwproducten. Veel wordt geïmporteerd vanuit Italië. Nederland kan daar een rol in spelen. Samen met de Nederlandse brancheorganisatie Bionext organiseren we dit najaar op de Franse biologische vakbeurs Natexpo een Holland paviljoen. Veel Nederlandse biologische producenten en exporteurs zijn vrij kleinschalig van opzet. Ik hoop ze met het Holland paviljoen een steuntje in de rug te kunnen geven. Waar ook mogelijkheden liggen, zijn in de biobased economy. Sowieso kunnen de twee landen op dit gebied samen optrekken in Brussel. Daarnaast zijn er op het gebied van samenwerking in onderzoek naar biobased toepassingen ook veel kansen. Het Franse onderzoek is georganiseerd in clusters waarin overheid, bedrijfsleven en onderzoekers samenwerken. Wat we nu proberen te doen, is samenwerking tussen beide landen uit te breiden. We willen daarvoor een zogenoemde ‘high level group’ met Franse en Nederlandse deelnemers opzetten. Binnenkort hebben we een voorbereidend overleg, waarin we de belangrijkste thema’s benoemen en een agenda opstellen voor de high level group.”
Wat zijn voorbeelden van Nederlandse bedrijven die met succes in Frankrijk actief zijn?
"Het is altijd lastig om namen te noemen. Er zijn zoveel bedrijven die het hier goed doen en die noem je dan niet. Om toch een paar voorbeelden te geven: de VanDrie Group heeft jaren geleden twee Franse bedrijven (fokkerij en verwerkingsbedrijf) overgenomen en heeft daarnaast veel Franse kalvermesterijen onder contract. Ook zaadbedrijven zijn hier actief. Rijk Zwaan heeft onder meer een proefstation in zuiden van Frankrijk voor de ontwikkeling van mediterrane rassen. Enza zaden heeft een hoofdvestiging in de Loire-vallei. Verder vind je Hendrix Genetics dat genetisch materiaal voor pluimvee aanbiedt.
Op welke gebieden kunt u het Nederlands bedrijfsleven terzijde staan?
“Een belangrijke rol is toch de verbinding: bedrijven in Nederland en Frankrijk in contact brengen met elkaar. Ook Nederlandse bedrijven kunnen we op weg helpen bij de export naar Frankrijk. We beschikken als landbouwbureau over een groot netwerk. Om een voorbeeld te geven van die verbinding. Een Nederlandse investeerder gevestigd in Frankrijk wil een glastuinbouwproject in Frankrijk opzetten en zoekt daarvoor Nederlandse telers en tuinbouwbedrijven die willen deelnemen in het project. In januari was in Angers de tuinbouwbeurs Sival waar we met een bijeenkomst tijdens de beurs dit project onder de aandacht van Nederlandse exposanten konden brengen.”