Ethiopische tuinbouw trekt aandacht bij Nederlandse ondernemers

Ethiopië verwelkomt investeerders die toekomst zien in de Ethiopische tuinbouw. Een Nederlandse tuinbouwmissie zag vorige maand dat het land volop kansen biedt voor het Nederlandse bedrijfsleven.

De afgelopen jaren vestigden zich al tientallen tuinbouwbedrijven in Ethiopië. De goede klimaatomstandigheden en de gunstige investeringsvoorwaarden zijn daarbij van belang.

Als het aan de Ethiopische overheid ligt, volgen er meer Nederlandse bedrijven.  Een groep van veertien ondernemers bezocht samen met de Nederlandse ambassade drie uiteenlopende locaties. Zo bezochten zij de locatie Alagae, die interessant is voor rozenteelt, de locatie Awassa voor akkerbouw en de lokatie Bahir Dar voor wederom tuinbouw. Ook werden gesprekken gevoerd met ondernemers en vertegenwoordigers van de regionale en landelijke overheid.

Kansen in Ethiopische tuinbouw

Alstroemeria-kweker Rick Tesselaar uit Luttelgeest was een van de deelnemers aan de tuinbouwmissie. “We hebben tijdens deze reis met de juiste mensen aan tafel gezeten”, blikt hij terug. “In een korte tijd kon ik behoorlijk doorgronden wat de plussen en minnen zijn om in Ethiopië een tuinbouwbedrijf te starten.”

Tesselaar nam aan de reis deel om zich te oriënteren op een nieuwe vestiging van zijn alstroemeria-kwekerij in Ethiopië. Ook onderzoekt hij de mogelijkheden van een vestiging in Kenia. Van de drie in Ethiopië bezochte tuinbouwlocaties was hij het meest gecharmeerd van Bahir Dar, 50 kilometer ten noorden van de hoofdstad Abbis Abeba. “Daar zijn de teeltomstandigheden prima: een goed klimaat en voldoende grondwater voor irrigatie. Ook zijn er voldoende productiemedewerkers beschikbaar. Het tuinbouwgebied is nu nog toegankelijk via een hobbelweg. Als de Ethiopische overheid zijn toezeggingen nakomt, wordt er een asfaltweg aangelegd. Dan is de bereikbaarheid ideaal.”

De reis maakte wel duidelijk dat investeren in Ethiopië ook vraagtekens oplevert. De overheid stelt voorwaarden aan investeringen. Bovendien moet er zaken worden gedaan met een vliegtuigmaatschappij die niet op Schiphol vliegt.  Tesselaar: “De reis heeft in korte tijd waardevolle informatie opgeleverd. Die laten we nu op ons inwerken. Daarna hakken we de knoop door of we wel of niet in Ethiopië investeren”

Extra vestiging

Tuinder Toon van Kessel heeft dertien jaar geleden al besloten te investeren in de Ethipische tuinbouw. Hij beschikt over drie bedrijven in dit land, evenals een bedrijf in Kenia. Voor de zomerbloementeelt is Van Kessel nog op zoek naar uitbreiding in Ethiopië. Om die reden reisde hij korte tijd mee met de tuinbouwmissie. “Ik weet uit ervaring dat de deelnemers van deze missie een realistisch beeld hebben gekregen van dit land.”

Zelf heeft hij ook het oog laten vallen op vestiging in Bahir Dar.  “Onze interesse is er. Nu wachten we welke exacte voorwaarden de Ethiopische overheid stelt.”

Samenwerken in clusters

Peter Niekus, manager van de Afrika Desk van Rabobank, was ook een van de deelnemers van deze tuinbouwmissie. Hij denkt dat er zeker perspectief is voor de Nederlandse agrosector. “Wel is het goed om te bekijken of er in een cluster kan worden samengewerkt”, is zijn advies. “Juist dan kunnen we naast de zaken die nodig zijn om de productie te optimaliseren ook zaken georganiseerd worden waar allen ook mee te maken krijgen en die met name een maatschappelijk verantwoord ondernemen-karakter hebben.  Te denken valt aan zorg, onderwijs en watervoorziening.”

Volgens Niekus maakte de missie ook duidelijk dat het voor bedrijven noodzakelijk is zich goed voor te bereiden als zij voor het eerst investeren in Ethiopië. “De weg naar succes kent vele tegenvallers”, zegt hij. “Zo worden termijnen vaak gunstig en snel voorgesteld waarbinnen zaken georganiseerd kunnen worden aan Ethiopische kant.  De praktijk blijkt nogal eens weerbarstig.”

Ondernemers die interesse hebben in het  Project integrale ontwikkeling tuinbouwgebied Ethiopië kunnen contact opnemen met Stefan Verbunt van RVO.nl (e-mail: stefan.verbunt@rvo.nl)