Ethiopië wil regels zaaizaad verbeteren
Na de ongeregeldheden afgelopen jaar doet de Ethiopische overheid er alles aan om nieuwe investeerders aan te trekken. De tuinbouw heeft prioriteit en dan vooral bloemen- en groente en zaaizaadproductie. Recent zijn afspraken gemaakt tussen de Nederlandse en Ethiopische autoriteiten om de regelgeving voor de zaaizaadsector te versoepelen.
Het nieuwe beleid richt zich hierbij op investeringen in het hele land; van de subtropische Raya Valley in het noorden, tot de tropische heuvels rond Arba Minch. Er lijkt een hernieuwd momentum te ontstaan voor investeringen waarbij de overheid geschikt land en belastingvrijstelling aanbiedt om bedrijven over de streep te trekken. Ook op het gebied van wet- en regelgeving liggen belangrijke doorbraken in het verschiet.
Belangrijk exporteur
De afgelopen jaren heeft Ethiopië zich gemanifesteerd als een van de belangrijkste tuinbouwgebieden van Afrika. Voor bloemen is het al de tweede exporteur in Afrika (na Kenia) en ook voor groente, stekken en zaaizaad timmert het al een tijdje aan de weg als top-5 exporteur. Het land kent belangrijke voordelen ten opzichte van andere landen zoals de lichtintensiteit jaarrond, verschillende klimaatzones, vruchtbare bodems en op veel plekken bronnen voor irrigatiewater. De kaart geeft de gebieden aan waar verschillende tuinbouwgewassen goed geteeld kunnen worden, ingedeeld volgens zogeheten corridors.
Goed klimaat voor zaadproductie
Vooral de gebieden in de Rift Valley zijn bij uitstek geschikt voor zaadproductie, omdat de lichtintensiteit en de dagtemperaturen hoog zijn en nachttemperatuur relatief laag. Ook is er in dit gebied goede toegang tot water uit de meren of via het grondwater. Tenslotte is de luchtvochtigheid laag wat zorgt voor goede afrijping en lagere ziektedruk. Hierbij moet opgemerkt worden dat het over het algemeen makkelijker is land te verkrijgen in de regio’s Amhara, SNNPR en Tigray dan in Oromiya. In dit laatste gebied vonden eind 2016 de meeste protesten plaats.
Nieuwe tuinbouwlocaties
De overheid heeft recent voor een aantal van de tuinbouwcorridors specifieke horticultural hubs en Agro Industrial Parks aangewezen. Qua infrastructuur en elektriciteit worden deze gebieden klaargemaakt. Er land tegen lage kosten beschikbaar. De vijf gebieden die aangewezen zijn, liggen in de buurt van de steden Alage, Arba Minch, Bahir Dar, Hawassa en de Raya Valley.
Elk van deze gebieden kent zijn eigen klimaat, heeft een omvang van 1.000 tot 2.000 hectare en is beschikbaar voor buitenlandse investeerders. De overheid wil binnen deze gebieden aan integrale gebiedsontwikkeling doen, waarbij verschillende bedrijven elkaar aanvullen en de natuurlijke hulpbronnen op een duurzame wijze benut worden. Op dit moment zijn twee Nederlandse bedrijven actief in Ethiopië op het terrein van zaadproductie. Enkele andere bedrijven verkennen de mogelijkheden.
Geen belastingen
Binnen de horticultural hubs gelden speciale ‘incentive packages’ met een belastingvrijstelling van 15 jaar. Die vrijstelling geldt ook voor import van kapitaalgoederen voor de bedrijven die exporteren. Voor arbeidsintensieve gewassen kent Ethiopië het voordeel dat arbeidskosten relatief laag zijn. Een grote groep boeren is al bekend zaadproductie, vooral van OP uienzaad. Het door de Nederlandse overheid ondersteunde ISSD-project (Integrated Seed Sector Development) kan bedrijven ondersteunen om productiemogelijkheden te verkennen en te helpen bij het interpreteren van wet- en regelgeving.
Regelgeving gaat veranderen
Er zitten belangrijke veranderingen aan te komen op het gebied van de regelgeving. Zo is een richtlijn gemaakt voor ‘unregistered varieties’ om uitzondering te krijgen voor rassenregistratie bij 100% export van zaad. Dit betekent dat het basiszaad en de ouderlijnen gemakkelijk geïmporteerd kunnen worden, en dat ook bij export geen rassennamen opgegeven hoeven worden.
Op het gebied van phytosanitaire controles moet nog wel het een en ander gebeuren en is Nederland bezig de plantenziektekundige dienst ter plekke te ondersteunen om effectieve controles te kunnen doen en juiste certificaten uit te geven.
Naast deze positieve ontwikkelingen zijn er ook een aantal zaken die verbetering behoeven. Dit geldt met name voor de verkoop van zaad. Deze verkoop wordt op dit moment bemoeilijkt door een zeer uitgebreide en kostbare procedure voor rassenregistratie en een gebrek aan buitenlandse deviezen in het land. Ook is er onduidelijkheid over de voorschriften voor de behandeling van zaad en de importbelastingen.
Knelpunten besproken
Tijdens een recent bezoek van een Ethiopische delegatie aan Nederland onder leiding van landbouwminister Abraha Alle zijn de knelpunten in de zaadsector besproken. Vanuit Ethiopische zijde is toegezegd om mee te werken aan oplossingen voor de problemen zoals die door de zaaizaadbedrijven worden ervaren, bijvoorbeeld op het gebied van registratie en phytosanitaire controles. Er wordt een bilaterale werkgroep opgericht onder voorzitterschap van landbouwminister Abraha Alle. Ook vertegenwoordigers van Nederlandse zaadbedrijven die in Ethiopië actief zijn, krijgen een plek in de werkgroep. Landbouwraad Niek Bosmans voert het secretariaat.
Landbouwteam Ethiopië