Landbouwraad Geijer: Nederland is gidsland voor Egypte
Maak kennis met Joost Geijer. Hij was tot augustus 2019 werkzaam als landbouwraad te Cairo, Egypte.
Nederland is voor Egypte een gidsland op het gebied van innovatieve landbouwontwikkeling. Een paar keer per jaar reist landbouwraad Joost Geijer vanuit Caïro met een delegatie naar Nederland. De ene keer met politici, de andere keer met vertegenwoordigers vanuit het Egyptische agrobedrijfsleven of met beleidsmedewerkers van het ministerie van Landbouw.
Dat leidt regelmatig tot concrete afspraken over samenwerking. Een recent voorbeeld daarvan is de ondertekening van een contract op basis waarvan kassenbouwer Bosman Van Zaal nu een tuinbouwcomplex bouwt aan de rand van Caïro voor de productie van tomaten en paprika’s.
In gesprek met Joost Geijer, hij werkte van 2013 tot 2019 als landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Caïro.
Is Egypte een uitdagend land om actief te zijn als landbouwraad?
“Dit land is om tal van redenen een prachtig land om actief te zijn voor de Nederlandse agrofoodsector. Bijvoorbeeld vanwege de enorme bevolkingsgroei, van 100 miljoen nu naar 150 miljoen in 2030. Dat smeekt om groei van de agrarische productie. Er wordt fors geïnvesteerd in de sector, ook door Nederlandse bedrijven. Ook voor de WUR is een belangrijke rol weggelegd, bijvoorbeeld op het gebied van urbane landbouw, bedekte teelt en landontwikkeling. Er is een transitie gaande en ik kan daarin een rol vervullen.
De relaties tussen Egypte en Nederland zijn uitstekend, zeker ook op landbouwgebied. Al tientallen jaren exporteren we pootaardappelen naar Egypte en importeren we vervolgens weer consumptieaardappelen. Een bedrijf als Farm Frites heeft hier een grote vestiging en begint binnenkort met de bouw van een nieuwe fabriek. Dat geldt ook voor Nutreco/Skretting en De Heus/Koudijs; zij zijn hier al geruime tijd actief in vis- en veevoerbranche en hebben beide recentelijk een grote investering in nieuwe productiecapaciteit gerealiseerd. Eigenlijk alle Nederlandse grote bedrijven in de agrofoodsector zijn hier aanwezig. Ik zie het als een uitdaging om de positie van Nederland verder te versterken.”
Hoe is de politieke situatie op dit moment?
“Egypte heeft een instabiele periode achter de rug met revoluties in 2011 en 2013. Dat heeft natuurlijk zijn weerslag gehad op de economie, zeker op de toeristische sector. Het land probeert nu uit het dal te komen. De landelijke overheid voert een dapper economisch beleid. Er worden stappen voorwaarts gezet. De agrarische export is in 2016 bijvoorbeeld met 20% gestegen.”
Kunt u een algemeen beeld schetsen van de landbouw?
“Egypte kent in feite twee totaal verschillende landbouwsystemen. De meeste mensen zijn werkzaam in het traditionele systeem dat vooral op zelfvoorziening is georiënteerd en op kleine schaal de stedelijke gebieden van voedsel voorziet. De bedrijven zijn klein, gemiddeld zo’n 4.000 m2. Anderzijds kennen we de grootschalige, op export gerichte private bedrijven, die ontwikkeld zijn in woestijngebieden en grondwater onttrekken voor irrigatie. Van deze tweede categorie bedrijven komen er steeds meer, ook omdat het woestijngebied eindeloos groot is en op veel plekken water in de ondergrond beschikbaar is. Daarbij is veel aandacht voor efficiënt watergebruik, de ‘more crop for drop’- benadering. Het Water-Panel Egypte-Nederland, de private sector en de WUR zijn hierbij betrokken.”
Staat landbouw hoop over de overheidsagenda?
“Op de eerste plaats van de prioriteitenlijst staat veiligheid. Dat is te begrijpen als je weet wat hier de laatste jaren allemaal is gebeurd. Op een stevige tweede plaats staat de landbouw. Circa 50% van de bevolking is op de een of andere manier werkzaam in de voedselsector. De sector draagt voor 15% bij aan het Bruto Nationaal Product. De bevolking groeit enorm snel. Voedselzekerheid is voor de overheid dan ook een hoofdthema in het beleid. En Nederland kan daar zeker een rol in vervullen.”
Hoe dan bijvoorbeeld?
“Een jaar geleden is een plan vastgesteld om 1,8 miljoen hectare woestijngebied te ontwikkelen voor de productie van landbouwgewassen zoals citrusvruchten, aardappelen, groenten, druiven en snijbloemen. Er zijn 10 locaties aangewezen. De eerste fase is nu in uitvoering, de waterputten zijn geboord en er zijn irrigatiesystemen aangelegd. Op dit moment wordt ondernemers geselecteerd die hier bedrijven gaan opzetten. Bij deze grootschalige ontwikkelingen kunnen Nederlandse bedrijven een belangrijke rol vervullen. Dat gebeurt trouwens al. Bedrijven uit ons land zijn ingeschakeld om een haalbaarheidsstudie te doen naar de ontwikkeling van bedekte tuinbouw in een gebied van 40.000 hectare. Het rapport wordt in april 2017 opgeleverd.”
Wat is uw drijfveer als landbouwraad?
“Ik wil business stimuleren waarbij samenwerking tussen Nederlandse en Egyptische bedrijven mijn vertrekpunt is. Ontwikkeling van de private sector is volgens mij de basis voor het scheppen van werkgelegenheid en groei van de welvaart in dit land.
Is Egypte een makkelijk land om binnen te komen?
“Dit land kent zoals veel landen in Afrika, Azië en Zuid-Amerika veel bureaucratie. Laat ik het zo zeggen: het businessklimaat kent een aantal uitdagingen. Momenteel wordt een nieuwe investeringswet voorbereid die het businessklimaat sterk zal verbeteren. Ook nu er een IMF-programma loopt, zal het gemak van zakendoen verbeteren. Mijn ervaring is dat grote bedrijven met een eigen vestiging in Egypte wel de weg in het land vinden. Voor investeringen van MKB-bedrijven is het moeilijker om hier voet aan wal te krijgen. Samenwerking met een Egyptische partner is raadzaam. Vanuit de ambassade zijn wij natuurlijk behulpzaam. Ons netwerk is daarbij van grote waarde.”