Mestexport naar Duitsland biedt kansen
Nederland produceert meer mest dan de eigen grond aankan en daarom staat fosfaatreductie in Nederland hoog op de agenda. Recent zijn nieuwe maatregelen genomen. Export van verwerkte mest helpt mee aan de oplossing van het overschot in Nederland. In andere delen van de wereld is juist een tekort aan meststoffen. De verwachting is dat de vraag naar mest de komende jaren toeneemt. Dit biedt mogelijkheden voor mestexport, zeker naar Duitsland.
In 2016 is vanuit Nederland bijna 2,2 miljoen ton mest naar Duitsland geëxporteerd. Het gaat hierbij om 66% van de totale mestexport vanuit Nederland. De export van mest naar de oosterburen is vorig jaar met 3% gestegen ten opzichte van 2015.
Duitsland belangrijkste exportland
Duitsland is en blijft het belangrijkste exportland voor mest. In 2014 en 2015 was er nog een stijging van respectievelijk 5% en 9% van de export naar Duitsland. De afvlakking van de groei geldt overigens niet alleen voor Duitsland; de totale mestexport vanuit Nederland groeit minder dan de afgelopen jaren.
Van het geëxporteerde fosfaat gaat 57% naar Duitsland. Duitsland ontvangt vooral varkensmest en pluimveemest (Overzicht export dierlijke mest per jaar van RVO.nl). Er liggen kansen in het verhogen van de mestexport naar Duitsland, aangezien de behoefte aan meststoffen blijft.
Eenmalig registreren
Om organische meststoffen naar Duitsland te exporteren, moet men zich eenmalig per deelstaat registreren bij de lokale autoriteiten. Het transport moet tevens vergezeld gaan van een bewijs van levering (Vervoersbewijs dierlijke meststoffen (VDM)). In Duitsland gelden nog aanvullende regels voor kentekenregistratie en het totaal gewicht van de vracht. Sommige regels kunnen per deelstaat afwijken.
Mestvervoer is relatief duur, omdat mest een hoog percentage aan water bevat. Mede om die reden vindt de export vaak plaats naar regio’s vlak over de grens. Ruim 80% van de geëxporteerde mest gaat naar Noordrijn Westfalen. Andere afnemende deelstaten zijn Nedersaksen, Sachsen Anhalt en Rheinland-Pfalz.
Een probleem is dat Duitsland zelf ook een mestoverschot kent in de grensregio’s met Nederland. Echter, er is in de oostelijke deelstaten eveneens behoefte aan meststoffen, zoals een onderzoek van het Nutriënten Management Instituut in 2015 aantoonde. Daar liggen mogelijkheden om met innovatieve mestproducten de afzet van mineralen in akkerbouwgebieden in Mecklenburg-Vorpommern, Thüringen en Sachsen-Anhalt uit te bouwen.
Nieuwe wetgeving mest
Duitsland buigt zich momenteel over de herziening van de meststoffenwet en mestverordening. De verwachting is dat de definitieve goedkeuring door de Bondsraad in de tweede helft van maart 2017 plaatsvindt. Daarna kunnen de deelstaten beginnen met de uitvoering van de nieuwe regelgeving.
De nieuwe wetgeving is nodig zodat Duitsland weer gaat voldoen aan de Europese Nitraatrichtlijn. Die richtlijn is vooral gericht op het tegengaan van de vervuiling van de bodem en het oppervlaktewater door de landbouw. Een teveel aan stikstof en fosfaat is schadelijk voor de bodem- en waterkwaliteit. In de nieuwe mestwetgeving heeft men getracht een balans te vinden tussen milieu- en boerenbelangen.
Informatiereis naar Oost-Duitsland
Bij export van mest is het van belang om goed op de hoogte te zijn van de nieuwe wetgeving. Bent u geïnteresseerd in het exporteren van mest naar Oost-Duitsland? In het tweede kwartaal van 2017 organiseert het Landbouw Attaché Netwerk Berlijn in samenwerking met Bureau Mest Export en De Boer Op Advies een informatiereis naar deze regio. Zie de website van De Boer op Advies voor meer informatie over de mestmissie en voor mogelijkheid tot aanmelding.
Landbouwteam Berlijn
Maart 2017