'Franse boer ligt onder vergrootglas'
Cindy Heijdra is bijna vier jaar landbouwraad in Frankrijk. Net als in Nederland ligt de Franse landbouw onder een vergrootglas. Franse boeren willen best duurzamer produceren, weet Heijdra, maar wie betaalt de meerkosten? Dit artikel maakt deel uit van een nieuwe serie over de landbouwraden. Lees meer over wie zij zijn en wat ze doen. Deze keer in gesprek met landbouwraad Cindy Heijdra in Parijs.
De Fransen houden van het platteland, velen hebben er een tweede huis. Tegelijkertijd groeit de kritiek op de voedselproductie, signaleert landbouwraad Heijdra. “Wat dat betreft is er een parallel te trekken met Nederland. De agrarische sector zoekt nieuwe wegen, maar de lage voedselprijzen maken de transitie niet eenvoudig. Ook hier gaan boeren de straat op.”
Heijdra is vanaf augustus 2016 actief als landbouwraad op de Nederlandse ambassade in Frankrijk. Daarvoor had ze dezelfde functie in Japan. Komende zomer keert zij terug naar het ministerie van LNV in Den Haag. “Laat ik eerlijk zijn, het was voor mij geen straf geweest om hier langer te blijven. Maar ik prijs mezelf gelukkig dat ik acht jaar lang landbouwraad heb mogen zijn.”
Net als alle andere landbouwraden in de wereld wordt de agenda van Heijdra de laatste weken bepaald door de coronacrisis.
Wat zijn de gevolgen van het corona-virus voor ondernemers die zakendoen met Frankrijk?
“Op dinsdag 17 maart is in Frankrijk een lockdown van minimaal 15 dagen ingegaan. Eerder waren scholen en horeca al gesloten en was iedereen – ook ambassadepersoneel – al gevraagd om thuis te werken, met uitzondering van mensen voor wie dit niet gaat, zoals in de zorg en levensmiddelenhandel. We mogen alleen het huis verlaten voor boodschappen, gezondheidszorg, dringende familieomstandigheden of zorg voor zwakkeren, en voor een korte fysieke activiteit in de nabijheid van ons huis.
De Franse landbouwsector is vrijgesteld van deze beperkingen. De Franse regering stelt alles in het werk om de voedselvoorziening zo soepel mogelijk te laten verlopen. Zo is het voor de logistieke sector tijdelijk mogelijk om op zondag te werken om levensmiddelenwinkels zo optimaal mogelijk te bevoorraden en is de rijtijdenregeling versoepeld. In EU-verband is afgesproken dat transport van goederen binnen de EU, inclusief agrofoodproducten, zo soepel mogelijk moet plaatsvinden. Frankrijk heeft in dit verband speciaal aandacht voor bederfelijke producten en levende dieren. Maar het is duidelijk dat de corona-epidemie ook voor de Franse agrofoodsector veel gevolgen heeft en flexibiliteit vraagt.”
Via onderstaande link leest u meer over de gevolgen van het coronavirus in Frankrijk.
Wat voor gevolgen heeft het voor u?
“Ik ben zelf dus sinds een week thuis, samen met mijn man – die ook full time werkt – en twee kinderen van 7 en 8 jaar. De kinderen zitten op de internationale school en volgen nu online onderwijs, waar ze overigens wel de nodige ondersteuning van ons bij nodig hebben. Ook mijn drie medewerkers werken vanuit huis. Want ook al zijn veel evenementen geannuleerd, het werk gaat door. We besteden nu veel tijd aan het rapporteren aan het ministerie van LNV en de Nederlandse agribusiness over de corona-maatregelen in Frankrijk.”
'President Macron pleit voor een dier- en milieuvriendelijke voedselproductie, maar dan in combinatie met een eerlijke prijs voor de producent'
Wat zijn belangrijke ontwikkelingen in de Franse landbouw?
“De druk op de boeren is de afgelopen jaren toegenomen. De kloof tussen stad en platteland wordt dieper. In de sociale media worden boeren bekritiseerd. Er wordt soms zelfs geweld gebruikt. Dat noemen ze hier agri-bashing. Met een beschuldigende vinger wordt naar de agrariër gewezen. Dierenwelzijn, veehouderij, bestrijdingsmiddelen, boeren doen het nooit goed. Pas gaf president Macron een interview op een grote landbouwbeurs. Hij kwam voor de boeren op. Macron pleit voor een dier- en milieuvriendelijke voedselproductie, maar dan in combinatie met een eerlijke prijs voor de producent. Veel Fransen zijn dat met hun president eens. Vorig jaar is hier een wet aangenomen om de positie van de primaire producent in de keten te versterken. Ik ben benieuwd of dat effect heeft. De macht van de grote supermarktketens is hier groot. Die positie geven ze niet gauw op. Net als in Nederland vindt ook in Frankrijk een koerswijziging plaats naar duurzame productiemethoden.”
Lees verder onder foto
Welke kansen zijn er voor de Nederlandse agrofoodsector?
“Dan denk ik toch op de eerste plaats aan technologische innovaties. De voorlopers in de Franse landbouw kiezen voor precisielandbouw. Er is een groeiende vraag naar sensoren, drones en software om meststoffen, gewasbeschermingsmiddelen en water efficiënter toe te passen. De melkveehouderij en de glastuinbouw springen eruit. In die sectoren is een snelle modernisering gaande. Ik kom vaak op landbouwbeurzen en spreek daar Nederlandse ondernemers. Ze doen hier goede zaken, hoor ik steeds.”
Is er in Frankrijk aandacht voor circulaire landbouw?
“Het Franse ministerie van Landbouw en Voedsel kiest net als LNV voor kringlooplandbouw. De Franse landbouwvisie is in 2019 vastgesteld. De belangrijkste pijlers zijn: gezonde bodem, vervanging van kunstmest door organische mest en hergebruik van reststromen. Interessante overeenkomsten dus met de visie van LNV-minister Schouten!
Met een delegatie van LNV uit Den Haag hebben we op het Franse landbouwministerie gesproken over deze strategieën voor kringlooplandbouw. De vraag is nu hoe je het budget van het nieuwe Gemeenschappelijke Landbouwbeleid vanaf 2022 kunt inzetten om de gewenste transitie op gang te brengen. De ideeën daarover zijn in Nederland en Frankrijk best vergelijkbaar.”
'Het helpt wanneer je als Nederlandse ondernemer redelijk Frans spreekt. En je bedrijfsbrochure vertalen in het Frans wordt ook gewaardeerd'
Tegen welke cultuurverschillen loopt u aan?
“Ik was eerder landbouwraad in Japan en daar waren mijn gesprekspartners altijd te vroeg. Hier is men minder punctueel, met als gevolg dat ik altijd de eerste ben en moet wachten. Het lukt me maar niet om die Franse instelling over te nemen.
Fransen zijn analytisch, ze kennen hun dossiers; de Nederlander is praktischer, denkt in oplossingen. In Frans-Nederlandse samenwerkingsverbanden kan dat verschil in karakter juist meerwaarde hebben, is mijn ervaring.”
Wat is het mooiste aan uw werk?
“Een belangrijk deel van mijn tijd breng ik in Parijs door, want hier zitten de ministeries, organisaties en grote bedrijven. Des te leuker is het om af en toe naar buiten te gaan. Zo was ik pas met het bestuur van FrieslandCampina op werkbezoek in Bretagne. We spraken daar met boeren, liepen door de stallen. De Nederlandse zuivelbestuurders zijn zelf ook melkveehouder. Prachtig om de onderlinge gesprekken over de melkprijs en de grondprijs aan te horen.
De Franse eetcultuur spreekt mij ook aan en de waardering die Fransen hebben voor producten van eigen bodem. Dit is een land met een grote variëteit aan streekproducten. Daar kan ik echt van genieten.”
Wat is moeilijk in uw functie als landbouwraad?
“Sommige dossiers blijven eindeloos op mijn agenda staan. De pulsvisserij was daar een van. Talloze keren heb ik hier uitgelegd waarom de Nederlandse visserij kiest voor deze duurzame techniek. Frankrijk wijst die methode af. Een kleine groep kustvissers heeft samen met een milieugroep op effectieve wijze nationale weerstand gecreëerd. Daar was niet tegenop te praten. We hebben de strijd verloren. Dat was tamelijk frustrerend.”
Wat is uw belangrijkste boodschap aan ondernemers die in Frankrijk actief willen worden?
“Het is handig als je redelijk Frans praat. De jongere generatie heeft Engels op school geleerd, maar spreekt toch liever Frans. Ik raad aan, als je zelf de taal niet machtig bent, om een Franssprekende persoon in te schakelen. En kom dan niet direct ter zake, maar ga eerst eens lunchen of dineren. Bouw een relatie langzaam op, is mijn devies. Slim is trouwens om je bedrijfsbrochure in het Frans te vertalen. Dat wordt erg gewaardeerd.”
Hoe wordt in Frankrijk aangekeken tegen de Nederlandse landbouw?
“Aan de ene kant heeft men hier bewondering voor de prestaties van Nederland op het gebied van export en innovatie, aan de andere kant bestaat hier ook het negatieve beeld van de industriële voedselproducenten. Dat beeld is er ook over de Nederlandse visserij. Hier koestert men het familiebedrijf dat van generatie op generatie koeien melkt en vis vangt. Dat 90% van de Nederlandse landbouw- en visserijbedrijven ook een gezinsbedrijf is, weten ze hier niet.”