‘Als landbouwraad ben ik vooral matchmaker’
Landbouwraden zijn wereldwijd op de economische afdelingen van vijftig Nederlandse ambassades werkzaam en bedienen meer dan zeventig landen. Maak kennis met Arie Veldhuizen, landbouwraad in Roemenië. Hij is vanuit de Nederlandse ambassade in de Roemeense hoofdstad Boekarest ook actief voor het Nederlandse agrobedrijfsleven in Bulgarije en Moldavië.
Arie Veldhuizen werkt sinds juli 2018 als landbouwraad namens het ministerie van LNV voor de Nederlandse agrofoodsector in Roemenië, Bulgarije en Moldavië. Hiervoor was hij landbouwraad op drie andere plekken in de wereld. “In essentie maakt het voor een landbouwraad niet uit waar hij actief is. Het gaat er altijd om handel op gang te brengen waar het Nederlands bedrijfsleven profijt van heeft. Als landbouwraad breng je daarvoor partijen bij elkaar.”
Veldhuizen heeft in de beginjaren van zijn loopbaan op diverse functies bij het ministerie van LNV en de NVWA gewerkt. Zo was hij bijvoorbeeld in 2001 nauw betrokken bij de bestrijding van de dierziekte MKZ. Hij was ook jarenlang keurmeester in de vleessector en werkte een tijd in de internationale vleeshandel.
In 2008 begon hij als landbouwraad in Duitsland. Vervolgens was hij dat in India en daarna in Vietnam en Thailand vanuit de ambassade in Hanoi. In de zomer van 2018 verhuisde Veldhuizen met zijn gezin naar Boekarest waar hij de komende jaren voor LNV als landbouwraad actief is in Roemenië, Bulgarije en Moldavië. “Drie landen zitten in mijn pakket, maar de realiteit zal zijn dat ik de meeste tijd in Roemenië steek. Zeker in de eerste helft van 2019 als Roemenië voorzitter is van de Europese Unie.”
Wat is uw belangrijkste rol als landbouwraad?
“Om het kernachtig te zeggen: een landbouwraad is een matchmaker. Agrarische bedrijven en ook kennisinstellingen die hier actief willen worden, krijgen met veel partijen te maken: de overheid en de bedrijven hier in Roemenië en Bulgarije, de veterinaire en fytosanitaire autoriteiten, de ambassade, de Nederlandse overheid en het agrarisch bedrijfsleven Ik probeer als spin in het web partijen bij elkaar te brengen, cultuurverschillen te overbruggen. Daarvoor is het nodig om de juiste mensen te kennen. Dat vind ik tegelijkertijd het leukste van dit werk: mensen bij elkaar brengen. Niet voor de gezelligheid, maar altijd met het oog op het Nederlandse agro- en foodbelang.”
Was het een grote overgang van Hanoi naar Boekarest?
“Natuurlijk, de verschillen tussen Azië en Europa zijn enorm. Bijvoorbeeld als het gaat om de rol van de overheid. Voor mijn werk als landbouwraad maakt de vestigingsplaats trouwens weinig uit, mijn werkzaamheden zijn in grote lijnen hetzelfde: netwerken en relaties leggen. Privé maakt het natuurlijk wel uit. Na zes jaar Azië voelt Roemenië voor ons als thuiskomen. We zijn weer terug in Europa en dat voelt goed.”
Hoe staat de landbouw in Roemenië er in grote lijnen voor?
“Dit land telt meer dan drie miljoen kleine bedrijven. Boerderijen met drie koeien, een paard en een halve hectare grond. Overal zie je nog boeren met paard en wagen rijden. De regering heeft oog voor die traditionele agrarische cultuur – de boeren vormen natuurlijk een enorm stemmenleger -, maar zij wil tegelijkertijd een slag maken naar een meer efficiënte voedselproductie. Qua bodemvruchtbaarheid en klimaat zijn de mogelijkheden ongekend. En toch moet dit land nog steeds voedsel importeren. Schaalvergroting en intensivering zijn niet alleen noodzakelijk maar ook mogelijk. Daar kunnen Nederlandse bedrijven zeker een rol bij spelen.”
Gebeurt dat al?
“Jazeker. In Roemenië is een aantal PiB’s (Partners in Business, red.) actief. Dat zijn samenwerkingsverbanden van Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen die hier gezamenlijk aan de weg timmeren, met gedeeltelijke financiering van de Nederlandse overheid Zo hebben fruitbedrijven en vaktechnische organisaties het Holland Fruit House opgericht, een demonstratieboerderij waar Nederlandse rassen en technieken worden gedemonstreerd. We kennen ook al het Holland House of Horticulture met een eigen kas en het Holland Dairy House. Drie kenniscentra waar de Roemeense landbouwsector kan zien waartoe de Nederlandse landbouw in staat is. Deze Nederlandse samenwerkingsverbanden dragen bij aan de ontwikkeling van het Roemeense platteland. Zij doen dat natuurlijk ook welbegrepen eigenbelang. Aan mij de taak om erop toe zien dat het consortiumbelang niet het sectorbelang overstijgt.”
Waar geeft u komend jaar veel aandacht aan?
“In de eerste helft van 2019 is Roemenië voorzitter van de Europese Unie. In die periode vallen belangrijke beslissingen over het GLB in 2021 – 2027. Voor Nederland is het belangrijk om nauwgezet te volgen hoe de discussies verlopen. Als landbouwraad zit ik dicht bij het vuur. Vanwege het EU-voorzitterschap van Roemenië wordt hier een groot aantal conferenties gehouden. Bijvoorbeeld een VN-conferentie over de toekomst van het agrarisch gezinsbedrijf. En ook een EU-seminar waar alle hoofden van de fytosanitaire en veterinaire diensten van alle lidstaten bijeenkomen. Dat zijn prima gelegenheden om de kennis van het Nederlandse agrobedrijfsleven te etaleren.
Mijn agenda loopt langzaam maar zeker vol. In Bulgarije gaan we een Hackaton over precisielandbouw organiseren, een vorm van innovatieve landbouw waar Bulgarije perspectief in ziet en waar Nederland al veel ervaring mee heeft. In Moldavië is belangstelling voor de ontwikkeling van een Nederlands trainingscentrum voor de zuivelsector. In de regio waar ik nu werk worden uitstekende wijnen geproduceerd. maar dat is nog niet zo bekend in West-Europa. In 2019 willen we een missie naar Roemenië, Bulgarije en Moldavië organiseren voor Nederlandse wijnhandelaren. . Doel van de missie is om wijnhandel naar West Europa te stimuleren.”
Contactgegevens
LNV-afdeling Nederlandse ambassade in Boekarest:
E-mail: bkr-lnv@minbuza.nl
Tel: +40212086051
E-mail Arie Veldhuizen: arie.veldhuizen@minbuza.nl
December 2018