België: staat van de landbouw in 2022
België, één land, maar met duidelijk verschillende landbouwsystemen in Vlaanderen en Wallonië. De publicatie “Kerncijfers Landbouw 2023” van Statbel laat zien dat de hele Belgische landbouw desondanks sterk op veeteelt is georiënteerd én met gemeenschappelijke uitdagingen wordt geconfronteerd (bedrijfsopvolging, hoge kostprijzen, toegang tot gronden…).
Structuur landbouw
Gemiddeld wordt 44,4% van het Belgische landoppervlakte gebruikt voor landbouw, met positieve uitschieters op vruchtbare gronden zoals de kleigronden langs de Vlaamse kust en de leemgronden in de zogeheten Leemstreek (Zuid-Vlaanderen en Noord-Wallonië). In 2022 zijn de prijzen voor pachtgronden met 2,2% gestegen voor beteelde gronden en met 2,5% voor permanent grasland. In Vlaanderen lag de pachtprijs gemiddeld 68% hoger dan in Wallonië.
De Belgische landbouw is in zijn geheel sterk op veeteelt georiënteerd, ook in Europese vergelijking. De Waalse landbouw kenmerkt zich door extensieve veeteelt en een akkerbouw die ten dienste staat van de veeteelt. Dit in tegenstelling tot Vlaanderen, dat eerder een intensieve land- en tuinbouw kent, alhoewel in het noorden van Vlaanderen ook veel voedergewassen worden geteeld. Gemiddeld genomen zijn de landbouwbedrijven in Wallonië groter dan in Vlaanderen, ondanks het feit dat het proces van schaalvergroting in Vlaanderen sterker heeft plaatsgevonden. Een gemiddeld landbouwbedrijf in het noorden van Vlaanderen heeft 25-27 ha, terwijl in het zuiden van Wallonië landbouwbedrijven ruim twee keer zo groot zijn (rond 62-68 ha).
De Belgische landbouw vergrijst snel: zo is 80% van de landbouwers ouder dan 45 jaar, terwijl 55% zelfs ouder is dan 55 jaar. En daar waar in de hele Europese Unie gemiddeld 32% van de bedrijfsleiders vrouw is, is dat in België slechts 15% (tegenover circa 5% in Nederland).
Meer dan de helft van het agrarisch areaal ten dienste van de veeteelt
Meer dan de helft van de agrarische oppervlakte (55%) in België wordt gebruikt voor veeteelt. In Wallonië is dat permanent grasland, in Vlaanderen vooral door de teelt van voedergewassen. In 2022 nam hun oppervlakte wel wat af (met respectievelijk -1,0% en -4,3%), maar het was vooral het areaal tuinbouw (open teelten) dat een forse daling registreerde (-10,5%). Door de invoering van de pre-ecoregelingen op Europees niveau nam daarentegen het areaal peulvruchten en braakland sterk toe (respectievelijk +64,2% en +9,7%). Ook het areaal granen nam met 4,1% toe onder invloed van de huidige geopolitieke situatie.
Tabel 1: Gebruik landbouwareaal in België, 2022
De Belgische tuinbouw is vooral gesitueerd in Vlaanderen en de Waalse provincie Luik. Ondanks zijn geringe areaalbeslag is deze sector goed voor 19,6% van de landbouwproductiewaarde. Het totale areaal tuinbouw (open teelten) daalde met 10,5% in 2022, maar bij de groenteteelt bedroeg de daling zelfs 18,0%. Deze daling is terug te voeren op de stijging van de productiekosten en de lage contractprijzen van de verwerkende industrie. De fruitteelt registreerde daarentegen een toename van het areaal: +1,8% voor boomgaarden en +11,2% bij kleinfruit. Vooral wijngaarden, die inmiddels goed zijn voor 67% van het areaal kleinfruit, blijven sinds 2013 jaar op jaar sterk in omvang toenemen.
Veehouderij
Binnen de veehouderij is er een duidelijke specialisatie binnen België: zo vindt de intensieve pluimvee en varkenshouderij vooral in Vlaanderen plaats, terwijl Wallonië eerder extensieve rundveehouderijen kent. Voor alle drie de sectoren is België meer dan zelfvoorzienend:
- Rundvee 136,4%
- Varkens 220,1%
- Gevogelte 221,7%
In de pluimveesector vond er in de jaren 2021-22 een stabilisatie plaats, na een aantal jaren van forse uitbreidingen. Vanwege de huidige hoge afzetprijzen voor pluimvee en eieren wordt er voor de toekomst weer verdere groei verwacht.
De varkensstapel nam daarentegen sinds 2000 af met 22%. Vooral in 2020-2021 heeft er een versnelde afbouw plaatsgevonden onder invloed van de Afrikaanse varkenspest en Covid-19.
Ook in de rundveehouderij vond er een afname van de veestapel plaats sinds 2000 en wel van 25%. In het algemeen ging dit volgens een heel geleidelijk patroon. De Belgische zuivelsector bestaat voornamelijk uit consumptiemelk, op afstand gevolgd door yoghurt, room, melkpoeder, melkdranken en kaas.
Rentabiliteit
Over het algemeen slaagde de Belgische landbouwsector er redelijk in om de sterk gestegen productiekosten door te berekenen in de afzetprijzen (vooral voor varkensvlees, eieren, melk, suiker, granen).