België: Waalse biologische sector – ondanks stimulerend overheidsbeleid ook toekomstige uitdagingen (deel 2)
Wallonië kent al een vrij goed ontwikkelde markt voor biologische producten. Toch heeft de Waalse overheid haar ambities voor biologische landbouw nog naar boven bijgesteld. Als landbouwkantoor België willen wij daarom het Nederlandse bedrijfsleven attenderen op mogelijke marktkansen in dit gewest. In het najaar zullen wij een seminar organiseren over het Waalse overheidsbeleid rond biologische landbouw (meer informatie volgt spoedig). Hierop vooruitlopend publiceren wij alvast een tweeluik over de biologische markt in Wallonië. Het eerste artikel ging dieper in op de Waalse afzetmarkt voor biologische producten. Dit tweede deel behandelt het Waalse overheidsbeleid rond biologische landbouw en de huidige uitdagingen van de sector.
Overheidsbeleid
Al in 2013 had de Waalse regering een strategisch plan voor de ontwikkeling van de biologische landbouw voor de periode 2013-2020 met een reeks doelstellingen voor 2020, waaronder: 2.000 gecertificeerde biologische landbouwbedrijven, 18% biologische landbouwoppervlakte, 500 verwerkingsbedrijven met een totale omzet van 500 miljoen euro en een marktaandeel van 6% voor biologische producten.
Volgens de Waalse Rekenkamer is dit plan echter tekort geschoten op de volgende punten:
- de kwantitatieve doelstellingen zijn niet gehaald
- het ontbreken van een visie voor de middellange en lange termijn
- het hield geen rekening met bepaalde typisch eigenschappen van de Waalse landbouw:
- de Waalse landbouw is niet gericht op menselijke voeding
- het verwerkt een groot deel van zijn productie niet zelf
- de financiële steun voor biologische landbouw na 2020 is niet gegarandeerd in een context van afnemende betalingen door het gemeenschappelijk landbouwbeleid
- het beleidskader van de overheid houdt geen rekening met veranderingen in de vraag per productcategorie
- een gebrek aan toezicht door het Waalse Gewest op de certificeringsinstanties, wat leidde tot niet-uniforme toepassing van de biologische regelgeving.
- een gebrek aan fysieke controle of monsterafnames op als "biologisch" gekwalificeerde producten, die van buiten de Europese Unie worden ingevoerd.
De huidige Waalse minister van Landbouw, de heer Willy Borsus, heeft op basis van deze kritiekpunten een nieuw en nog ambitieuzer plan opgesteld voor de periode 2021-2030 (“Plan Bio 2030”) met de volgende kwantitatieve doelstellingen voor 2030: 30% biologisch landbouwareaal, 4.720 gecertificeerde biologische landbouwbedrijven, 1.490 biologische verwerkingsbedrijven en een marktaandeel van 14,9% voor biologische producten. Om deze doelstellingen te bereiken is er een actieplan met 32 actiepunten voorzien rond betere wetgeving, informatievoorziening, monitoring en planning, begeleiding, subsidies, onderwijs, promotie, onderzoek en innovatie. Een budget van 30 miljoen euro is hiervoor vrijgemaakt.
Uitdagingen aan de aanbodzijde
Om de ambitieuze doelstellingen van de Waalse overheid voor biologische landbouw te kunnen realiseren, vormt, aldus de Waalse biologische sector, het dalende aanbod aan arbeidskrachten een serieus obstakel, omdat de agrarische beroepsbevolking al jaren een dalende trend vertoont. Innovatie (bijv. mechanische onkruidbestrijding) kan dit probleem gedeeltelijk opvangen, maar volgens de Waalse biologische sector is meer nodig. Daarnaast heeft ook de landbouwer zelf een grote behoefte aan informatie en bijscholing.
Een andere uitdaging is de ontwikkeling van een gehele keten voor biologische voedingsproducten. Het tekort aan lokale bedrijven die de lokale primaire landbouwproducten kunnen verwerken tot hoogwaardige voeding, is niet eigen aan de biologische landbouw in Wallonië. Dit probleem speelt namelijk ook de Waalse gangbare landbouw parten. De Waalse overheid probeert bij biologische landbouwproducten hierop in te spelen door de creatie van een netwerk van zogeheten “Hall Relais Agricole” te ondersteunen (zie ook ons artikel Hall Relais Agricole – het Waalse model voor de korte keten (publicatiedatum 13 september 2021).
Uitdaging aan de vraagzijde
Gezien de beleidsambities van de Waalse overheid en de EU-ambitie dat in 2030 25% van het totale Europese landbouwareaal biologisch is (zie ook de Farm-to-Fork van de Europese Unie), dringt de sector er op aan dat de vraag het aanbod gaat sturen, omdat bij een overaanbod de prijzen zullen dalen en de productie dus riskeert niet meer rendabel te zijn. Echter, lagere prijzen zijn wel een middel om de vraag bij het grote publiek te vergroten.
Een ander punt van zorg is het imago van veeteelt bij het grote publiek. Een gezonde bodem is voor biologische landbouw immers nog belangrijker dan voor gangbare landbouw. Maar wil de toekomst voor biologische landbouw levensvatbaar zijn, dan heeft het nood aan mest van veehouderijen om de kwaliteit van de landbouwgronden op peil te houden. Het is daarom van groot belang voor de landbouw in het algemeen maar voor de biologische sector in het bijzonder dat er betere voorlichting komt over de toegevoegde waarde van veehouderij t.a.v. bodemkwaliteit.
Ook zal de biologische sector zich duidelijker moeten gaan profileren ten aanzien van lokale en/of gedifferentieerde kwaliteitsproducten die niet biologisch gecertificeerd zijn. Tevens zal de sector bij veilingen (die zich in Vlaanderen bevinden) moeten gaan bedingen dat visueel ‘lelijke’ producten ook voor verkoop aanvaard worden (cosmetische eis).
Bestaande acties om biologische landbouwers te ondersteunen
Eén van de manieren waarop Biowallonie op deze zorgen van de biologische landbouwers wil inspelen, is door jaarlijks een event te organiseren, waar een landbouwer in contact kan komen met toekomstige handelspartners en afnemers. Daarnaast organiseert het Waalse Agentschap voor Kwaliteitsvolle Landbouw (APAQ-W) elk jaar in juni “de bio-week” (“La Semaine Bio”) om de biologische landbouw en zijn producten te promoten.