’Agroketen Argentinië sterk in ontwikkeling’

Landbouwraden zijn wereldwijd op de economische afdelingen van 50 Nederlandse ambassades werkzaam en bedienen meer dan 70 landen. Maak kennis met Léontine Crisson, gestationeerd in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires. Zij is als landbouwraad actief voor het Nederlandse agrobedrijfsleven in Argentinië, Chili, Paraguay en Uruguay.

Léontine Crisson

Léontine Crisson is in de zomer 2017 begonnen als landbouwraad. Haar werkgebied omvat vier landen: Argentinië, Chili, Paraguay en Uruguay. Deze landen zijn samen ongeveer even groot als alle lidstaten van de Europese Unie bij elkaar. De agrarische sector is in alle vier de landen de belangrijkste economische sector, alleen in Chili is de mijnbouw belangrijker.

Crisson studeerde internationale bedrijfscommunicatie Spaans in Nijmegen. Na haar studie is zij in 2002 in dienst getreden bij het toenmalige ministerie van Landbouw, Natuur en Voedselkwaliteit, nu ministerie van Economische Zaken. De afgelopen jaren was zij actief in het team Fytosanitaire Markttoegang. Eerder was zij onder meer coördinator van het wereldwijde netwerk van landbouwraden.

Landbouwraad, een mooie functie?
“Absoluut, een mooie en vooral ook een bijzondere functie. Ik beschouw het als een voorrecht om hier op de Nederlandse ambassade in Buenos Aires actief te mogen zijn voor het Nederlandse agrobedrijfsleven. Mijn belangrijkste taak is om de internationale samenwerking tussen overheden en bedrijven te bevorderen. Dat is een boeiend werkveld waarin ik de afgelopen jaren vanuit Nederland ook veelvuldig actief in ben geweest. Ik heb ervaring met verschillende dossiers, zoals de onderhandelingen over markttoegang, en werk in de EU en de VN vanuit mijn werkzaamheden bij het ministerie in Den Haag. Van die ervaring kan ik hier gebruikmaken. Bijkomend voordeel is dat ik goed Spaans spreek. Daardoor gaan de deuren makkelijker open.”

Wat zijn uw eerste indrukken?
“Dat is allereerst de schaalgrootte. Argentinië is een en al landbouw. Er zijn veel bedrijven met duizenden hectares grond, soms duizenden koeien. Economisch gezien is de agrarische sector met voorsprong de belangrijkste sector. Export van vlees, soja en bijvoorbeeld fruit levert een flinke bijdrage aan de economie in dit land. Dat geldt ook Uruguay en Paraguay. In Chili is de mijnbouw de belangrijkste sector, direct gevolgd door de land- en tuinbouw.

Mijn indruk is dat het aantreden van de regering-Macri in Argentinië (eind 2015) de landbouw een stevige impuls geeft. Ik hoor veel positieve geluiden over het economische beleid van Macri. Het verlagen van de uitvoertarieven versterkt de exportpositie van veel agrobedrijven. Voor buitenlandse bedrijven is het makkelijker geworden om hier actief te worden. Na een economische stilstand van vijftien jaar komt de economie weer op gang.

De andere kant van het verhaal is dat 30% van de Argentijnen in armoede leeft. Dat kan invloed hebben op de parlementsverkiezingen dit najaar.”

Hoe wordt tegen de Nederlandse agrosector aangekeken?
“Als het gaat om samenwerking in de keten en innovatie is men hier heel positief over Nederland. Dat bleek onder meer tijdens het Staatsbezoek van president Macri aan Nederland in maart. Volgens de Argentijnse delegatie loopt Nederland agrarisch gezien voorop in de wereld, Wageningen UR heeft een zeer goede naam.

Op het gebied van agrologistiek en bijvoorbeeld verwerking van agrarische producten is hier zeker nog een wereld te winnen. Alleen door samenwerking in de keten, in samenspraak met de overheid, kunnen stappen voorwaarts worden gezet. Nederlandse bedrijven en kennisinstellingen kunnen daar zeker een bijdrage aan leveren.”

‘Het gaat niet goed met de zuivel in Argentinië’

Op welk terrein liggen het kansen voor het Nederlandse agrobedrijfsleven?
“In Argentinië is de groentesector een mooi voorbeeld. De overheid wil de productie én consumptie van groenten vergroten. Dat vraagt om de introductie van hoogproductieve rassen, om betere teelttechnieken en ook om technologieën zodat de verliezen in de keten omlaag gaan.

Beeld: ©NAO
Miniknollen

Ook op het gebied van productdiversificatie is een wereld te winnen. Het gaat niet goed met de zuivel in Argentinië. In de Argentijnse supermarkten ligt maar een beperkt aantal zuivelproducten, en deze zijn bijna allemaal lang houdbaar. Gezien de groeiende middenklasse kan worden verwacht dat de vraag naar verse en meer diverse zuivelproducten zal toenemen. Nederlandse zuivelbedrijven kunnen daar een bijdrage aan leveren.”

Welke ontwikkelingen zijn er op het terrein van markttoegang?
“Net als de meeste landen hebben ook Argentinië, Uruguay, Paraguay en Chili hun eigen fytosanitaire en veterinaire richtlijnen. Recent zijn enkele belangrijke dossiers afgesloten. Zo is na jarenlange onderhandelingen de grens van Argentinië recent opengegaan voor miniknollen en in-vitro vermeerderde aardappelplantjes uit Nederland. Dat was een mooi resultaat voor Nederland.

We werken ook aan markttoegang voor fruitboom-onderstammen. Dat is, net als bij de miniknollen, zeer gewenst in Argentinië, want hoogwaardig uitgangsmateriaal is belangrijk voor opbrengstverhoging en betere kwaliteit.

Op dit moment werken we hard aan marktoegang voor paardensperma en levende paarden. Op dit dossier is afgelopen jaar veel vooruitgang geboekt. Overigens is markttoegang slechts een eerste stap. Vervolgens is het bedrijfsleven aan zet om afzet te creëren. Als landbouwraad kan ik daarbij met mijn team natuurlijk een ondersteunende rol vervullen.”

Landbouwraad Léontine Crisson
Email: BUE-lnv@minbuza.nl

September 2017