Impact COVID-19 op Algerijnse voedselzekerheid en agrosector: motor blijft vooralsnog draaien maar met risico’s
De zwakte van het Algerijnse voedselzekerheidssysteem is verder blootgelegd door de COVID-19-crisis.
Lagere koopkracht
Het garanderen van voldoende en betaalbaar voedsel voor de hele bevolking is sinds de onafhankelijk van het land een van de pilaren van het overheidsbeleid. Dit heeft geleid tot een omvangrijk subsidiesysteem – vooral op graan en melk, maar ook op suiker en plantaardige olie – met ongewenste effecten: veel voedselverspilling en oneigenlijk gebruik van deze producten. Algerije is er wel in geslaagd een voedselzekerheid voor het grootste deel van de bevolking te bereiken, maar toch zijn er nog altijd 1,8 miljoen inwoners met beperkte koopkracht en zonder toegang tot voldoende voeding. Huishoudens besteden gemiddeld ruim 41 procent van hun inkomen aan voeding, maar voor 40 procent van de huishoudens is dit meer dan 50 procent. In de informele economie - naar schatting meer dan 40 procent van de banen buiten de landbouw - hebben velen geen inkomen (gehad) tijdens de lockdown. Daarnaast dreigen de prijzen van voedingsmiddelen te stijgen door verwachte inflatie als gevolg van schaarste in het aanbod. De sterke waardedaling van de dinar sinds begin dit jaar versterkt het koopkrachtverlies verder. Overigens waren in maart, april en mei de voedselprijzen redelijk stabiel, hetgeen aantoont dat het aanbod van verse producten voldoende was. De overheid heeft de agrosector dan ook in staat gesteld om de productie op peil te houden door transport van personen, inputs en eindproducten toe te staan. Ook douaneprocedures worden sneller afgehandeld. Een lijst met producten die in verband met voedselzekerheidsrisico’s door COVID-19 niet mogen worden geëxporteerd is eind augustus aangepast naar een lijst van 8 strategische producten waaronder knoflook, pasta en verwerkte suiker.
Rol van import
Algerije importeert jaarlijks voor rond de 8 miljard USD aan voedselproducten. Meer dan de helft daarvan wordt besteed aan de import van graan, melkpoeder, suiker en plantaardige olie. Het land staat in de top 10 van voedselimporteurs wereldwijd met een voedselbehoefte die voor zeker 55 procent gedekt wordt door import.
Landbouw en voedselverwerking zijn weinig geïntegreerde sectoren die beide sterk afhankelijk zijn van inputs en technologie uit het buitenland. De tuinbouw en pluimveehouderij bijvoorbeeld halen vrijwel al hun technologie en inputs uit het buitenland. Dit levert productierisico’s op: naast potentiële leverantie- en logistieke problemen, kan de productie in gevaar komen door de zware bureaucratie in Algerije en door het achterhouden van inputs door importeurs voor speculatiedoeleinden.
Ontwikkeling agrosector
COVID-19 maakt nog meer dan voorheen duidelijk dat het bestaande model gebaseerd op het gebruiken van olie-inkomsten voor de import van voedingsmiddelen onhoudbaar is. Duurzame oplossingen zijn het verhogen van de binnenlandse productie van voedsel, terugdringen van verliezen in de keten en het diversifiëren van de export van producten waarin Algerije concurrerend kan zijn om voedsel te kunnen blijven importeren.
Volgens de Wereldbank daalt het BBP in 2020 met 6,4 procent, maar wordt de agri-food sector het minst hard getroffen en melden bedrijven dat de omzet tot nu toe zelfs hoger is dan in andere jaren. De afgelopen 2 decennia is de lokale productie van granen, groente, fruit en melk toegenomen. Het is niet duidelijk met hoeveel door het ontbreken van betrouwbare statistische gegevens. Deze groei komt voort uit een toename van het geïrrigeerde oppervlak en uit toegenomen import van inputs. De productiegroei wordt echter pas duurzaam wanneer de productiviteit van productiefactoren omhoog gaat met efficiënter gebruik van grondstoffen, vooral van water. Deze noodzaak wordt versterkt door de verwachte bevolkingsgroei naar 51 miljoen inwoners in 2030 en 70 miljoen in 2050 en toenemende waterschaarste als gevolg van klimaatverandering. De waterschaarste behoort nu al tot de grootste ter wereld.
Agrologistiek
Wat betreft agrologistiek staat Algerije voor enorme uitdagingen: er is beperkt geschikte opslagcapaciteit aanwezig, al ondersteunt de overheid de ontwikkeling hiervan onder meer door tenders uit te schrijven voor de bouw van koelhuizen. In toenemende mate investeert ook de private sector in opslagfaciliteiten. Dit biedt kansen voor Nederlandse bedrijven. Ook de distributie van voedsel gebeurt suboptimaal: distributiekanalen zijn een sterk versnipperd netwerk van groothandels en (vaak informele) kleine winkels, markten en mobiele verkooppunten. Producenten van verwerkte producten hebben hun eigen distributiekanalen. De overheid heeft weinig zicht op dit distributiesysteem. Het werkt over het algemeen doeltreffend zonder grote onderbrekingen van de leveranties. Vanwege het ontbreken van marktinformatie ontstaan er wel vaak grote prijsfluctuaties omdat vraag en aanbod lokaal niet op elkaar aansluiten.
Kansen voor Nederlandse bedrijven
Veranderingen voltrekken zich doorgaans langzaam in Algerije. Toch wordt de noodzaak tot veranderingen groter nu de deviezenvoorraad als gevolg van de lage olieprijzen snel slinkt. De overheid heeft hervormingen aangekondigd, maar nog niet duidelijk is hoe die eruit komen te zien. Er zijn al stappen gezet, zoals het toestaan van een meerderheidsaandeel van buitenlandse partijen bij joint-ventures en buitenlandse financiering. Agrofood staat in ieder geval centraal en Nederlandse technologie en kennis kunnen hier een belangrijke bijdrage leveren aan het verbeteren van de productiviteit en duurzaamheid van de productie.