Voormalig veehouder actief in Keniaans zuivelproject
Een enorme stijging van de melkproductie. Dat is een van de belangrijkste resultaten van het project Kenya Market-led Dairy Programme dat afgelopen zes jaar in de melkveesector in Kenia is uitgevoerd. Voormalig veehouders, uitgezonden door de organisatie PUM senior experts, hebben hierin een belangrijke rol gespeeld. Een van hen is Tseard van der Kooi uit Friesland.
Van der Kooi (64) is sinds maart 2017 zeven keer naar Kenia afgereisd om daar workshops en trainingen te geven aan consultants, voorlichters en lokale melkveehouders. De nadruk lag daarbij op veevoeding, kalveropfok en vruchtbaarheid. De doelgroep bestond uit kleine melkveehouders die zijn aangesloten bij Meru Union, de koepelorganisatie van kleine coöperaties met totaal 45.000 leden. In de perioden tussen de missies gaat het trainen van deze veehouders door. De trainingen worden dan verzorgd door consultants en voorlichters.
Forse stijging melkproductie
De productiecijfers van Meru Union zijn inmiddels bekend. In 2017 lag de productie van de aangesloten boeren op 12,5 miljoen liter melk, in 2018 molken de veehouders 21,1 miljoen liter. Van der Kooi: “In één jaar tijd bleek de productie met 8,6 miljoen liter te zijn toegenomen, ofwel met bijna 70%. De cijfers over 2019 maken duidelijk dat die stijging doorzet. Met relatief eenvoudige ingrepen blijken de boeren veel meer te kunnen melken. Mooi om te merken dat onze inzet zulke grote resultaten oplevert.”
Nieuwe uitdagingen gezocht
Van der Kooi was tot 2010 melkveehouder in het Friese Readtsjerk. Hij heeft zijn bedrijf beëindigd toen duidelijk werd dat geen van zijn kinderen het bedrijf wilde overnemen. “Ik wilde niet op de winkel passen tot mijn pensioen. Na de verkoop van ons bedrijf ben ik andere uitdagingen aangegaan. Zo ben ik bij PUM terechtgekomen. De kennis en ervaring die ik de afgelopen decennia heb opgedaan, ook in het agrarisch onderwijs, kan ik nu ter beschikking stellen aan boeren in de Derde Wereld. Dat doe ik met enorm veel plezier.”
Inzet van oudere vrijwilligers
PUM is een stichting van de werkgeversorganisatie VNO-NCW die ervaringsdeskundigen uitzendt naar landen in ontwikkeling. Daar adviseren zij op vrijwillige basis ondernemers uit het midden- en kleinbedrijf. Landbouw is een van de sectoren waar PUM zich op richt.
Tientallen oud-boeren zijn actief voor de organisatie. Van der Kooi is afgelopen jaren actief geweest in landbouwprojecten in onder meer Kosovo, China, Georgië en Uganda. En sinds 2017 dus vooral in Kenia waar hij samen met een aantal andere oud-veehouders uit Nederland groepen boeren op diverse locaties heeft getraind. Hijzelf was actief in het gebied rond Mount Kenia waar de klimatologische omstandigheden in principe uitstekend zijn voor de productie van ruwvoer.
Trainingen aan boeren
De aanpak is relatief simpel, zegt Van der Kooi. “We organiseerden samen met lokale landbouwvoorlichters trainingen voor groepen boeren op het bedrijf van een van leden van de coöperatie. De nadruk lag vaak op het beter voeren van de koeien. Juist op dat punt kunnen boeren op korte termijn een enorme vooruitgang realiseren, bijvoorbeeld door producten te voeren die meer energie en eiwit bevatten, zoals betere kwaliteit gras en maïskuil in plaats van bananenblad, uitgegroeid olifantsgras en rijststro. Als dat gebeurt, zie je de conditie van de koeien op korte termijn verbeteren. Wij leren de boeren ook om goed naar de koe en naar de mest te kijken. Als je weet waar je op moet letten, kun je ook de verzorging en het voer daar op aanpassen.”
Tropische grassoorten
Inmiddels worden in de regio waar Van der Kooi actief was proeven gedaan met de teelt van grassoorten die via veredeling zijn aangepast aan tropische productieomstandigheden. “Op dit moment is er nog onvoldoende zaad van deze tropische grassen op de markt, maar ze kunnen door het steken van pollen het gewas ook vermeerderen. Ik heb hoge verwachtingen van deze nieuwe gewassen. Veel boeren weten nu wat het effect van een betere kwaliteit ruwvoer is op de melkproductie. Op langere termijn leidt dat ongetwijfeld tot een verdere ontwikkeling van de zuivelketen in Kenia.”
'De nadruk lag vaak op het beter voeren van de koeien. Juist op dat punt kunnen boeren op korte termijn een enorme vooruitgang realiseren.'
Opslag van ruwvoer
Binnen het project is er ook veel tijd gestoken in de opslag van ruwvoer om de koeien in de droge periode van goede kwaliteit voer te kunnen voorzien. “De kennis over de techniek van inkuilen bleek minimaal. Verbeteringen op dit terrein leveren onmiddellijk resultaat op. Dat is ook van belang om de melkproductie jaarrond op een redelijk niveau te houden. Voor de fabriek die de melk verwerkt en verkoopt, is dat natuurlijk essentieel.”
Het inkuilen van ruwvoer heeft ook effect gehad op de werkgelegenheid in de regio. Er zijn bijvoorbeeld kleine bedrijven opgezet die dit werk uitvoeren voor de boeren. Van der Kooi: “Verhoging van de melkproductie blijkt in de hele keten effect te hebben. Meer werk en meer inkomen.”
Zuivelcongres
De ontwikkelingsorganisatie SNV is de uitvoerende organisatie van het Kenya Market-led Dairy Programme dat mede gefinancierd is door de Nederlandse ambassade in Nairobi. SNV heeft voor de uitvoering van de trainingen afspraken gemaakt met PUM over de inzet van senior experts. Het zesjarige project wordt eind augustus 2019 afgesloten met een congres. Daar worden presentaties gegeven over de ruwvoerwinning, voeding en telen van gewassen aan mensen die actief zijn in de Keniaanse zuivelketen en betrokkenen bij dit project.
Van der Kooi is positief gestemd. “Voor boeren met tien koeien is een verdubbeling van de melkproductie van vijf naar tien liter per koe per dag een enorme vooruitgang. Nu kunnen zij bijvoorbeeld het schoolgeld voor hun kinderen betalen. Boerengezinnen hebben hierdoor meer toekomst. Dat voorkomt migratie naar de steden waar mensen nauwelijks toekomst hebben.”
Augustus 2019