FunGeneX: plantaardig kippenei-eiwit maakt kip overbodig
Een plantaardig kippenei-eiwit op basis van een schimmel kan het gebruik van eieren voor de voedingsindustrie overbodig maken. Binnen enkele jaren wil FunGeneX, een dochterbedrijf van BioscienZ het product op de markt brengen. Er is al belangstelling voor uit de hele wereld.
Volgens Wim de Laat, eigenaar van het jonge bedrijf BioscienZ uit Breda, is de potentie van plantaardig kippeneiwit groot. “We hebben efficiëntere technieken nodig om straks negen miljard mensen te voeden. Met schimmels kun je plantaardige eiwitten produceren. Dat proces is vele malen efficiënter dan grote hoeveelheden plantaardig voer in dieren te stoppen en daarmee dierlijke eiwitten te maken. Ons dochterbedrijf FunGeneX ontwikkelt een product waardoor je geen kippen meer nodig hebt die eiwit voor de voedingsindustrie leveren. Dat scheelt een kwart van het totale eiergebruik. Dat is vanuit het oogpunt van dierenwelzijn een enorm voordeel, je hebt geen mestprobleem meer, je hebt geen last van dierziekten zoals de vogelpest. Dit heeft echt de toekomst.”
Schimmel als basis
Het project van FunGeneX is erop gericht om een plantaardige kippenei-eiwit te ontwikkelen op basis van een schimmel. De zogeheten cellular agriculture die hier wordt toegepast, combineert biologie en fermentatietechnologie om landbouwproducten te ontwikkelen uit celstructuren. In dit geval wordt een schimmel ‘verbouwd’ door er genen van kippenei-eiwit in te bouwen. Vervolgens wordt door fermentatie van suikerbieten een nieuw eiwit gegenereerd dat nog flink moet worden ´opgeschoond´ om dezelfde eigenschappen te krijgen als eiwit in kippenei-eiwit. Het moet neutraal zijn van kleur, geur en smaak en moet zijn toe te passen als bindmiddel voor bijvoorbeeld cake en ijs, maar ook voor de gehaktbal of de vega-burger.
Vega-burgers
Van der Laat: “Het leuke is dat dit project op gang kwam na een vraag van de Vegetarische Slager. Die wil de vega-burgers graag binden door een plantaardig eiwit toe te passen in plaats van eiwit uit eieren. We werken er nu met vijf mensen aan om uiterlijk 1 juli een plantaardig eiwit te hebben dat bijvoorbeeld wordt gebruikt om het vlees in een gehaktballetje te binden.” Het op grote schaal produceren van plantaardig kippenei-eiwit voor de voedingsindustrie vergt vervolgens nog wel enkele jaren doorontwikkelen, schat De Laat in. Wereldwijd zijn private investeerders volgens hem al geïnteresseerd.
Toelatingsprocedures
Een andere belangrijke stap is vervolgens om toelating te krijgen tot de markt van de EU en de Verenigde Staten. In Europa moet een nieuw voedingsproduct door de procedure van de regelgeving voor nieuwe voedingsmiddelen (regulation on novel foods), uitgevoerd door de Europese autoriteit voor voedselveiligheid EFSA. In Amerika gaat de Food and Drug Administration (FDA) over de beoordeling en de toelating van voedingsproducten. “De toelatingsprocedure duurt in Europa langer dan in de VS. Het kan daarom best zo zijn dat de productie van dit plantaardige eiwit eerder in Amerika opstart dan in Europa”, zo stelt De Laat.
BioscienZ is overigens niet het enige bedrijf dat plantaardige eiwitten ontwikkelt op basis van schimmels of gist. Zo zijn onder meer Clara Foods (Verenigde Staten), VTT in Finland en een universiteit in Japan hiermee bezig. “Wij waren wel de eerste met ons type schimmel. Er is veel animo voor dit proces vanuit de hele wereld,” aldus De Laat.
Vleesvervanger
Een tweede project waaraan BioscienZ werkt is het ontwikkelen van een vleesvervanger op door met behulp van schimmels aardappelen of bieten te fermenteren. “Dit levert een vezel- en eiwitrijk product op dat als ingrediënt voor onder andere vleesvervangers dient. Ook dit is een veel efficiënter proces dan bij de kippeneieren. Je kunt omgerekend wel 25 tot 30 keer meer vleesvervangende producten kweken per hectare landbouwproduct dan je nodig hebt om dieren te voeren voor de vleesproductie. Veel vega-burgers zijn op basis van soja en die teelt en het vervoeren ervan is ook veel minder efficiënt dan het fermenteren van schimmels”, stelt De Laat.
BioscienZ is bezig om dit product op te schalen naar een productie van enkele tonnen. De Laat verwacht dat het binnen drie tot vijf jaar de consumentenmarkt op kan.